R1-fietsroute naar Sint-Petersburg(2019)
Fietsen van Berlijn naar Klaipeda (Litouwen) door Polen en Kaliningrad
Een van de langste Europese fietsroutes is de R1, die van Londen helemaal naar Sint-Petersburg en Helsinki loopt, een afstand van ruim 4500 km. Ons uiteindelijke doel is Sint-Petersburg, maar dat zullen we op deze reis van ruim twee weken niet halen. We beperken ons tot het traject vanaf Berlijn door Polen en de Russische exclave Kaliningrad tot aan de havenstad Klaipeda in Litouwen, een reis van ruim 1100 kilometer door een tamelijk dunbevolkt, groen landschap, dat nog vol herinneringen is aan een roerig en bloederig verleden. Nooit zagen we langs de weg meer gedenktekens aan de wereldoorlogen dan tijdens deze fietstocht.
Na aankomst op Berlin Hauptbahnhof fietsen we via de Reichstag naar de Brandenburger Tor, waar het een compleet gekkenhuis is vol ronddolende toeristen en midden op het plein een vrijwel naakte man die met een Duitse vlag poseert. Ook zien we opvallend veel met Ortliebtassen bepakte fietsen en politie. Of we ook aan de Demo voor méér veilige fietspaden in Berlijn meedoen, vraagt een jongen ons. Aha. Helaas niet, we moeten de camping voor donker nog halen.
Naar de Poolse grens
Dwars door het multiculturele Kreuzberg en langs eindeloze rijen gerenoveerde DDR-flats fietsen we Berlijn uit, dat na ons laatste bezoek in 2005 een flinke metamorfose lijkt te hebben ondergaan. Veel meer toeristen, veel meer drukte. Al snel wordt het rustiger op de fietsroute langs de Spree en we vinden een plekje op camping Erkner in het beboste merengebied ten oosten van de stad. De ontvangst is hartelijk en we krijgen een rol toiletpapier mee. Apart is wel dat je zelfs om koud water te tappen de door de receptie verschafte chipkaart nodig hebt.
De volgende ochtend pakken we de Europese R1-fietsroute op, die we tot Sint-Petersburg willen volgen. We rijden door dorpen met eeeuwenoude kerken, regelmatig nog over wegen geplaveid met kinderkopjes, waar gelukkig in de berm meestal wel een smalle strook met minder hobbelig wegdek is aangebracht. Zeker een stop waard is Neuhardenberg met zijn wit gepleisterde slot en de classisistische kerk uit 1809 van Karl Friedrich Schinkel, een van de wegbereiders van de moderne architectuur. We overnachten op de eenvoudige camping van Zechin, waar de opgewekte beheerder ons een beschut plekje wijst.
Van de Oder naar Bydgoszcz
Over de Oderdijk rijden we naar de brug die ons in Polen brengt. Langs de rivieroever liggen de schamele restanten van de Duitse vestingstad Küstrin, die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog voor 90 procent werd vernietigd. Na de oorlog werd de stad Pools (Oder-Neisse-grens) en omgedoopt in Kostrzyn nad Odrą. De Duitsers die nog in het stadgebied woonden, werden verdreven. De vernietigde vestingstad wordt ook wel "Pompeii aan de Oder" genoemd, wat te veel eer is, want van Pompeii resteert meer, zo ontdekken we als we tussen de schamele resten rondfietsen. Het uitzicht over de Oder blijft mooi. Het moderne Kostrzyn verderop is een echte grensstad, met een verlaten grenspost en winkels vol goedkope Poolse producten. Voor zloty's uit de geldautomaat moeten we € 7,50 commissie betalen, dus daar wachten we nog maar even mee.
De eerste Poolse kilometers over route 22 vallen niet mee. De vrij smalle weg langs een uitgestrekt moerasgebied blijkt een racebaan met veel vrachtverkeer (er is inmiddels een alternatief). Gelukkig kunnen we vrij snel afslaan en over rustige wegen door bossen en velden bereiken we Lubniewice, dat een paar restaurants heeft, maar die sluiten net de deuren als we ons om 19 uur melden. Dan maar naar de Biedronka, die tot 21 uur open is. Op de agriturismo-manege waar we logeren kunnen we prima zelf koken.
We vervolgen de route langs Hitlers Ostwall, aangeduid door een paar tankversperringen langs de weg. De bunkers dienen tegenwoordig als overwinteringsplek voor tienduizenden vleermuizen. Międzyrzecz, een stad met in de buitenwijken de vertrouwde gerenoveerde Oostblokflats, heeft een aardig centrum en een prima bakker waar we voor weinig geld een reuzenstuk taart kopen. Er volgt een licht heuvelig traject, deels over een onverharde weg, maar goed te doen.
In Stare Bielice passeren we een enorm stationsgebouw, een herinnering aan de voormalige Ostbahn, die van Berlijn naar Königsberg in Oost-Pruisen voerde. Een informatiebord met oude foto's uit de Duitse tijd geeft interessante info. Van de vroegere grandeur in deze streek resteert weinig, maar her en der worden historische gebouwen met steun van de EU in oude luister hersteld, zo blijkt. Even verderop ligt Krzyz (Duits: Kreuz), een grauw stadje met een enorm sporencomplex en een fraaie stoomloc.
Na Krzyz rijden we door een andersoortig landschap, met gelijkvormige bakstenen boerderijen en kleinschalige landbouw. Hier vestigden zich sinds de 16e eeuw mennonieten (doopsgezinden), oorspronkelijk afkomstig uit de Lage Landen en Nedersaksen, die de moerassen drooglegden en in vruchtbare akkers omvormden. Een houten kerkje in Nowe Dwory is het mooiste overblijfsel uit deze periode. Op het half overwoekerde kerkhof vinden we nog metalen kruisen met Duitstalige opschriften.
De provinciehoofdstad Pila oogt modern (na WOII was er niets van over) en is druk, maar al snel rijden we weer over landelijke weggetjes in het stroomgebied van de Notec, waar veel appels geteeld worden. De route biedt tot nu toe weinig bezienswaardigheden, maar in het agrarische, bosrijke landschap, dat af en toe wat heuvelt, is het aangenaam fietsen over meestal stille wegen, waarvan het wegdek wisselt tussen gruwelijke kinderkopjes en superglad asfalt. Overigens moeten we in deze bosrijke omgeving wel oppassen voor de teken, die hier een ware plaag vormen.
Opvallend zijn de talrijke grote, nieuwe huizen op ruime percelen, vaak op schijnbaar willekeurige plekken in het bos of tussen de akkers . Veel Polen investeren blijkbaar in een eigen stukje grond met woning, waarbij van enige ruimtelijke ordening door de overheid geen sprake lijkt.
In Krostkowo vinden we een mooie houten bungalow met een schitterend uitzicht over het weidse rivierdal. Als de avond valt, wordt het ijzig koud, we registreren een nachttemperatuur van 3 graden en zijn blij dat we ons tentje in de tas hebben gelaten. Een bezoek aan het nabije openluchtmuseum in Osiek nad Notecia is zeker aan te bevelen. We krijgen een privérondleiding van een vriendelijke gids, die ruim de tijd neemt om ons over het uitgestrekte terrein rond te leiden. We zien woonhuizen en molens uit de 18e en 19e eeuw; het leven hier week waarschijnlijk niet veel af van dat in de Lage Landen, veel interieurs doen vertrouwd aan.
Van Bydgoszcz naar Malbork en Gdansk
De stad Bydgoczcz kent een roerig en bloederig verleden en is onder de naam Bromberg Pruisisch en Duits geweest (zie Wikipedia). Het stadscentrum aan weerszijden van de rivier de Brda bleef in de Tweede Wereldoorlog van bombardementen gespaard en is de afgelopen jaren flink onderhanden genomen. Het bestaat uit een mengeling van historische monumenten uit de Duitse tijd, zoals graanmagazijnen in baksteen en vakwerk, en moderne architectuur zoals de opera, wat een interessant en levendig stadsbeeld oplevert, een soort Gdansk in het klein (zie verderop). Ons gereserveerde appartement vraagt het nodige klimwerk: we moeten drie loeisteile, smalle trappen op en af met de fietsen, wat de nodige moeite kost.
De volgende etappe is vlak en eindigt in Chełmno nad Wisła, eveneens een stad die de diverse oorlogen vrijwel zonder schade heeft doorstaan. We zien er fraaie staaltjes van baksteengotiek en het 16e-eeuwse stadhuis in renaissancestijl lijkt naar een tekening van Anton Pieck gemaakt. Na een vlakke rit bereiken we Camping 138 bij Chełmno, maar die blijkt onbeheerd: er is alleen koud water en de toiletten zijn smerig. We doen het er maar mee, bij gebrek aan alternatieven. De nacht is kort, want bij het ochtendgloren worden we al gewekt door luidruchtige vissers vlak voor onze tent.
We fietsen inmiddels in het vlakke stroomgebied van de Wisła (Duits: Weichsel), de grootste rivier van Polen, waaraan veel zuidelijker ook grote steden als Krakau en Warschau liggen. Doordat het de laatste tijd flink heeft geregend, is de rivier her en der buiten zijn oevers getreden en kijken we uit over een flinke watervlakte. Scheepvaart is er niet, daar is de rivier dan weer te ondiep voor. Her en der zien we weer 19e-eeuwse Mennonietenhuizen, ditmaal ook van hout. In Grudziądz, een vestingstad op een lage heuvel langs de Wisła, fietsen we langs monumentale aaneengesloten bakstenen pakhuizen omhoog en hebben we een fraai uitzicht over de rivier.
Aan het eind van de middag stuurt het routeboekje ons letterlijk het bos in, op weg naar de camping, maar die blijkt een paar kilometer verder te liggen, aan het verstilde meer van Brachlewo. Hier worden we in de plensregen vriendelijk ontvangen en de douche is prima op temperatuur.
De volgende etappe naar Malbork is weliswaar kort, maar voert over deels abominabele weggetjes, met soms kasseienstroken, door een polderachtig landschap in de buurt van de Wisla. Toch arriveren we niet al te laat in ons gloednieuwe appartement op loopafstand van de beroemde burcht Mariënburg, een enorm kruisriddercomplex dat in de loop der eeuwen vele malen werd verbouwd en herbouwd. Dat gebeurde voor het laatst na de Tweede Wereldoorlog, toen het een belangrijk Duits SS-opleidingsinstituut was.
Voor de Polen is de burcht Mariënburg nu een symbool van de eeuwige Duitse dreiging. De uitgebreide bezichtiging met audiotour van de indrukwekkende gebouwen is reuze interessant, maar geen detail bljft ons over de koptelefoon bespaard. Tegen de tijd dat we in het barnsteenmuseum zijn, slaat de uitputting toe.
We blijven nog een nachtje in Malbork om per trein de illustere havenstad Gdansk te bezoeken, een van de grote toeristische attracties van Polen. De drukte is er inderdaad gigantisch, vast ook vanwege het mooie lenteweer, en de sfeer benadert die van een Disneyland-pretpark. Gezellig is het wel, met al die pseudo-Hollandse geveltjes. Het hele centrum is na de verwoestingen van WOII opnieuw opgebouwd, en dat gebeurde met een vooruitziende blik, want bij de reconstructie zijn veel straten wat breder gemaakt (en de huizen ondieper) ten behoeve van de doorstroming – eerst voor de auto's en nu voor de toeristenmeutes te voet.
We nemen de tram naar de Plac Solidarności, bekend van de dokwerkersstaking onder aanvoering van Lech Walesa, die het einde van het communisme zou inluiden, en rijden door uitgestrekte buitenwijken nog verder naar de monding van de Wisla in de Oostzee, een historisch beladen plek. Vanuit de vuurtoren hier losten Duitse soldaten op 1 september 1939 om 4.45 uur de eerste schoten van de Tweede Wereldoorlog. Aan de overkant van de rivier zien we het enorme Westerplatte-monument dat ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis werd opgericht.
Van Gdansk naar Kaliningrad
Onderweg van Malbork naar Frombork passeren we de hanzestad Elblag, waar na het Russische beleg van 1945 nog zes gebouwen in het centrum overeind stonden. Pas na 1990 is is de reconstructie van het oude stadscentrum begonnen, en in diverse straten zien we splinternieuwe huizen naar historisch model, vaak nog niet helemaal gereed. Ambitieus en goedbedoeld, maar het resultaat lijkt net iets te veel op een bordkartonnen filmdecor.
In Frombork stuiten we op Nicolaas Copernicus, de Duitse Pool of Poolse Duitser die meende dat de aarde om de zon draaide. Hij bleek gelijk te hebben en ligt sinds 2010 in de kathedraal begraven, nadat uit DNA-onderzoek was gebleken dat gevonden botresten inderdaad van de astronoom zelf waren. Helaas is de kerk gesloten, maar de eenvoudige camping vlak bij het stadje is geopend. Twee Poolse motorrijders van middelbare leeftijd zetten hun tent om onnaspeurbare redenen vlak bij de onze op; gezien hun corpulentie en bierconsumptie met bijbehorende snurkrisico's kiezen we door ervaring wijs geworden eieren voor ons geld en verplaatsen we onze tent een flink eind.
Zo'n 15 km na Frombork kunnen we ons moeizaam verworven Russische visum verzilveren. Het is een heel gedoe aan de hermetisch afgesloten grens; een Poolse grenswacht berispt ons dat we door rood gereden zouden zijn (geen stoplicht gezien...), zeker viermaal moeten we ons paspoort laten zien en ook de fietstassen moeten open voor een vluchtige controle. Maar na een paar kilometer niemandsland hebben we ons stempel, gaat de slagboom open en rijden we de exclave Kaliningrad binnen, tot 1945 het roemruchte Oost-Pruisische Königsberg. Nog snel een foto ("No pictures!" roept de Russische grenswacht) en dan zien we het bord Sankt-Petersburg 1001, Moskwa 1270. Via een aanvankelijk nog rustige en glad geasfalteerde weg rijden we oostwaarts.
In het dorp Pyatodorozhnoe zien we tot onze verbazing een Duits monument: Die Heimat den Helden 1914-1918, een herinnering aan het Oost-Pruisische verleden van Königsberg. Volgens het Russische bordje ernaast betreft het een object van culturele waarde. Het landschap is vlak en leeg, met veel lupine.
Pas vlak bij de stad wordt het verkeer snel drukker en lichtelijk chaotisch. Af en toe worden we de trottoirs op gedwongen vanwege de kuilen en troep aan de wegrand, maar zonder kleerscheuren bereiken we ons vriendelijke guesthouse Paraiso in een rustige wijk, waar de enigszins vervallen ogende grote huizen de naam villa nauwelijks meer verdienen. Vergane glorie en verwaarlozing van de openbare ruimte alom.
Een uitgebreide fietstocht door de stad leert dat in Kaliningrad verval gepaard gaat met voorzichtige wederopbouw. Her en der wordt geprobeerd de illustere historie van Königsberg te doen herleven, vooral in de omgeving van de domkerk. Maar even verderop prijkt op een gigantisch leeg plein het bizarre Huis van de Sovjets, een megalomaan gebouw dat nooit is afgebouwd en al een paar decennia het aanzien van de stad bepaalt.
Het Huis van de Sovjets is zo afschrikwekkend lelijk en het enorme plein eromheen zo desolaat, dat we van de weeromstuit vergeten een foto te maken. Veel leuker is het maritiem museum langs de Pregolja-rivier, waar je een echte duikboot van binnen kunt bekijken, een claustrofobische ervaring als je de film Das Boot hebt gezien.
De prijzen in de horeca van Kaliningrad zijn belachelijk laag voor ons, we lunchen en dineren uitstekend voor een habbekrats. De bediening is uitermate vriendelijk, en de beruchte Russische botheid blijft beperkt tot achteloos dichtslaan van de deur van de supermarkt en chagrijnig onbegrip van de lokettiste die kaartjes voor de domkerk verkoopt.
Als we een rondje over de voedselmarkt maken, valt op dat een groot deel van de marktkooplui Aziatische trekken heeft. Ze lijken uit verre oorden hierheen gemigreerd. Wie nooit migreerde: Immanuel Kant, de beroemde 18e-eeuwse filosoof. Hij heeft zijn hele leven Köningsberg nooit verlaten, zo lezen we als we zijn graf bij de Dom bezoeken. Het bleef gespaard tijdens de verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog en toen de Russen in de jaren vijftig de restanten van de binnenstad platwalsten, lieten ze zijn graf met rust, omdat ze Kant als een leermeester van Hegel beschouwden. En Hegel had Marx geïnspireerd, vandaar.
Van Kaliningrad naar Klaipeida
Van Kaliningrad rijden we door een ietwat desolaat landschap van verlaten landbouwgronden naar de badplaats Svetlogorsk, het voormalige Oost-Pruisische kuuroord Rauschen. Het blijkt een gezellige plaats met nog heel wat mooie villa's langs de beboste lanen. Er wordt een fraaie boulevard langs de steile Oostzeekust aangelegd, waarop het nu al goed flaneren is, en een baboesjka brengt er in de namiddagzon een droevig lied ten gehore. Misschien zingt ze over het strand, dat in 2012 bij een stormvloed vrijwel geheel is weggeslagen. De arme badgasten zijn nu veroordeeld tot zonnen op een smalle reep zand vol rotsblokken. Het is vanaf de boulevard een flinke klim naar het dorp, dat zo'n 50 meter hoger op het steile klif ligt, maar zo nodig kun je van een kabelbaan gebruik maken, vast een van de kortste ter wereld. In de flaneerstraat in het centrum zijn veel nieuwe gebouwen in historische Pruisische stijl opgetrokken; de bakker heet er Königsbäcker en heeft een rijke sortering echt Duits brood. De schrijver Thomas Mann, die graag in Rauschen kwam, heeft in een zijstraat een eigen gedenkteken gekregen.
De eerste etappe over de Koerische Schoorwal, een smalle, uit bossen en hoge duinen bestaande landtong van bijna 100 km lang brengt ons in Nida in Litouwen, halverwege de landtong en vlak na de grens met Kaliningrad. De weg door het natuurreservaat, waarvoor we 150 roebel (€ 2) per fiets toegang moeten betalen, is kaarsrecht, tientallen kilometers lang en tamelijk eentong. Ook hier is de Russische grens streng bewaakt en de formaliteiten nemen een stief kwartiertje in beslag.
Nida oogt niet Russisch, zoals je na de decennialange Russiche overheersing van Litouwen tot 1991 toch zou verwachten, maar eerder Scandinavisch, met zijn vrolijk gekleurde houten huizen. Het is een ietwat elitair vakantieoord met dure restaurants en duur onderdak, maar het is er in elk geval rustig en aangenaam. Ook hier had Thomas Mann een landhuis, dat hij in de jaren dertig na nazi-bedreigingen moest verlaten.
De tweede etappe over de Koerische Schoorwal is wat afwisselender en gaat deels over een fietspad. Aan de landzijde beklimmen we een van de hoogste duinen van Europa, bijna 60 meter boven zee, vanwaar we een spectaculaire uitzicht hebben over het Koerse Haf en het Litouwse vasteland in de verte. Een paar Instagram-types zijn met mallotige poses en een speelse hond bezig het duinlandschap grondig te vernielen, ondanks verbodsborden; we sturen de boswachter op hen af. Na de laatste kilometers tussen terugkerende strandbezoekers steken we met de veerboot over naar de kalme havenplaats Klaipeda, waar de veerboot naar Kiel al ligt te wachten.
Gefietste route
Etappe | Km** |
---|---|
Berlijn – Erkner (Camping Flakensee) | 40 |
Erkner – Zechin (Camping Oderbruch Camp) | 84 |
Zechin – Lubniewice (Rancho Frontczaka) | 80 |
Lubniewice – Drezdenko (Eljan Hotel (Hotel 4)) | 92 |
Drezdenko – Trzcianka (Zajazd Jagnar) | 67 |
Trzcianka – Krostkowo (Wojtaszek agroturystyczne) | 75 |
Krostkowo – Bydgoszcz (Apartement Moztowa 3) | 75 |
Bydgoszcz – Chelmno (Camping nr. 138) | 79 |
Chelmno – Brachlewo (Kemping Brachlewo nr. 203) | 92 |
Brachlewo – Malbork (Apartement Warecki) | 48 |
Malbork – Frombork (Camping Frombork) | 80 |
Frombork – Kaliningrad (Paraiso Hotel) | 75 |
Kaliningrad – Svetlogorsk (Lake Sity Apartment) | 66 |
Svetlogorsk – Nida (Inkliuzas Hotel) | 93 |
Nida – Klaipeida (Ferryhaven) | 66 |
Totaal | 1112 km |
** Inclusief omwegen voor boodschappen etc.
De gps-tracks van onze route zijn te downloaden in gpx-formaat.