Benjaminse-route door Bourgondië, Auvergne en Languedoc – mei 2016
Fietsen van Bourgondië naar de Middellandse Zee
Onze laatste fietstocht door Frankrijk eindigde in de roemruchte pelgrimsplaats Vézelay, en omdat we routes graag met elkaar verbinden, leek het een leuk idee om van daaruit in een week of twee naar de altijd lonkende Méditerranée te fietsen. We kozen voor een route door het Centraal Massief, een gebied dat we nog niet kenden, aan de hand van een routeboekje van Paul Benjaminse richting Barcelona. We volgden zijn route vanaf Beaune, na een aanloop langs het Canal de Bourgogne vanaf Montbard bij de beroemde abdij van Fontenay, een andere pleisterplaats langs de pelgrimsroute richting Santiago de Compostela. Het werd een afwisselende tocht door deels verlaten streken in Frankrijk, over weggetjes zonder veel verkeer, wel met het nodige klimwerk, maar nooit echt steil.
Omdat Montbard met de TGV vanuit Zuid-Frankrijk snel te bereiken is, laten we de auto daar op de camping achter en rijden een dag lang langs het Canal de Bourgogne richting Beaune. Een echt vlakke etappe wordt het niet, want bij elk van de vele sluizen moeten we een paar meter steil omhoog, over een afstand van 14 kilometer zelfs 40 keer om een hoogteverschil van bijna 200 meter te overbruggen. Uiteindelijk verdwijnt het kanaal in het dorp Pouilly-en-Auxois in een tunnel en rijden we na nog een klimmetje ruim drie kilometer over een platanenallee met beluchtingstorens, waaronder zich tientallen meters lager de kanaaltunnel moet bevinden. Eenmaal terug langs het kanaal passeren we al aardig wat jachten met borrelende vakantievaarders, maar de camping municipal van Bligny-sur-Ouche is nog vrijwel verlaten, en niemand neemt de moeite om stageld à €8 te komen innen. Dat werpen we dan maar in de campingbrievenbus.
Door de wijngaarden van de Bourgogne
Na een snelle afdaling door een smal rivierdal bereiken we het Bourgondische wijnstadje Beaune, dat in tegenstelling tot eerdere plaatsen een en al gezellige welvaart uitstraalt. Groepen Aziaten en Amerikanen slaan hun slag in prijzige wijnboetieks en bij luxe traiteurs, en het beroemde Hôtel-Dieu met zijn karakteristieke Bourgondische pannendak beheerst de binnenstad. Een bezoek aan dit middeleeuwse ziekenhuis is volgens Tripadvisor zeer de moeite waard, maar zoals zo vaak tijdens een fietstocht komt deze bezienswaardigheid op ons lijstje "nog te bezoeken" terecht.
Onze route loopt over smalle weggetjes tussen de wijngaarden, waarbij we wijndorpen als Meursault en Puligny-Montrachet doorkruisen, namen waarbij de ware wijnliefhebber het water in de mond loopt. We komen heel wat groepjes fietsers tegen op deze mooie zondag; het fietstoerisme is hier in opkomst en er zijn verschillende fietsroutes uitgezet op de glooiende wijnhellingen, vanwaar je een mooi uitzicht over het Saône-dal en de Jura en Alpen aan de horizon hebt.
Voie Verte naar Cluny
Na Chalon-sur-Saône, met een aardige binnenstad vol vakwerkhuizen, pakken we de voie verte op die ons zonder noemenswaardige stijgingen naar Cluny brengt. De voorzieningen langs deze fietsroutes zijn prima: volop info-borden, en de voormalige spoorwegstationnetjes dienen als schuil- en picknickplaatsen. We zijn er blij mee, want het is intussen flink gaan plenzen. De jeugdherberg bij het klooster van Cluny blijkt op zondag gesloten, maar Hotel du Commerce heeft nog wel een kamer en ook ruimte voor de fietsen op de binnenplaats. Een bezoek aan het beroemde abdijcomplex, dat van Tripadvisor-gebruikers 4 van de vijf mogelijke 5 sterren krijgt, valt nogal tegen. Van de reusachtige middeleeuwse basiliek resteert nog maar heel weinig, en van de enorme abdij is alleen de kloosterhof toegankelijk, waar het bij ons bezoek een rommelzooi is vanwege een of andere expositie in opbouw. Cluny zelf is een gezellig stadje met betaalbare restaurantjes met goed eten, zoals brasserie du Nation.
Bourgondische genoegens
Na Cluny gaat de route de heuvels in. Boerderijen met witte Charolais-koeien in de weilanden, begrensd door dichte hagen, en stille dorpjes met Romaanse kerkjes wisselen elkaar af. Het is op zich prima fietsen op de rustige weggetjes over de glooiende hellingen, maar steeds harder neerplenzende regen en een snijdende wind bij een temperatuur van 8 graden jagen ons in Matour bar-restaurant Entre Nous in, waar we voor een luttel bedrag een viergangenlunch voorgeschoteld krijgen. Precies wat we nodig hadden – de tête de veau (mengsel van kalfshersenen, -tong en -wangen) glijdt moeiteloos naar binnen.
Nadat we bij Roanne de Loire zijn overgestoken, die we later nog een tijdlang zullen volgen, klimmen we de hoge heuvels van het Centraal Massief in. We rijden twee dagen lang door het natuurpark Livradois-Forez, een ontvolkte streek in de Auvergne met veel bos en weiden, waarbij we regelmatig een hoogte van 1000 meter en meer aantikken. We passeren talloze leegstaande huizen en zelfs hele spookdorpen waar vrijwel iedereen is weggetrokken. Op kruispunten waar ooit vele reizigers halt hielden maar nu hoogstens een paar auto's per uur passeren, staan dichtgetimmerde panden met vervagende "Hotel"- en "Bar-Restaurant"-opschriften. Het klimaat is hier ruig; eind mei staan de wilde narcissen nog in bloei, en in de verte zien we zelfs sneeuw op de hoogste toppen van het Centraal Massief.
Af en toe passeren we een wat grotere nederzetting, en daarvan profiteren we om de nodige boodschappen te doen. Een bakker en een kleine supermarkt zijn er meestal wel, maar met beperkte openingstijden. In Saint-Just-en-Chevalet zijn we weer eens de enigen op de camping municipal; de beheerder meldt opgetogen dat hij de vorige dag maar liefst vier gasten had. De supermarkt is gesloten, maar gelukkig biedt het enige hotel-restaurant in het dorp uitkomst; het toerisme zorgt toch voor wat leven in deze streek.
Le Puy-en-Velay
Als we Le Puy-en-Velay naderen, verandert het landschap. De uitzichten worden weidser en voor ons rijst een berg met onmiskenbare vulkaancontouren op, de Mont Bar, met op de helling het dorp Allègre, dat precies de juiste graad van pittoresk verval bezit. In de verte zien we nog veel meer vulkaankegels, in totaal zijn er in dit gebied zo'n 300, allemaal al eeuwen uitgedoofd.
De aankomst in Le Puy-en-Velay is spectaculair: langs het op de schoorsteen van een vulkaan gelegen kasteel van Polignac klimmen we naar de rand van de krater en dalen dan steil af naar de stad. Slechts op twee punten hebben we uitzicht op de twee flinke rotskegels middenin de stad, de een bekroond door een protserig, gietijzeren Madonna-met-kind-beeld en de ander door een kerk, die Le Puy-en-Velay tot een bijzonder oord maken.
De camping van Le Puy-en-Velay is populair en ligt pal naast de rots met de kerk – in het hoogseizoen kun je maar beter vroeg arriveren.
In en rond Le Puy-en-Velay is zoveel te zien dat we een dagje pauze houden. We wandelen vanaf de camping naar de burcht van Polignac, vanwaar we een schitterend uitzicht op de omgeving hebben. Ook de hooggelegen romaanse kathedraal in de stad, te bereiken via een enorme trap, blijkt de moeite waard. Je kunt er een zwarte madonna bewonderen, en veel Franse pelgrims beginnen bij het beeld van St.-Jacobus in de kerk hun tocht naar de Spaanse bedevaartsplaats Santiago de Compostela. De sfeer rond de kathedraal is een beetje Lourdes-achtig, met de vele souvenirwinkels vol religieuze kitsch.
We klimmen de vulkaankegel van Le Puy-en-Velay uit over een geleidelijk stijgende voie verte. Dat lijkt een makkie maar kilometers lang vals plat rijden over een half verhard pad bevalt maar matig. Drie lange, kille tunnels besparen veel klimwerk, dat scheelt. We bereiken de bovenloop van de Loire, hier een ongetemde rivier in een diep dal vol geel bloeiende bremstruiken, en zijn weer terug in dunbevolkt gebied. Dat lijkt slecht uit te komen omdat de derailleur van Peters fiets het begeeft en alleen een fietsenmaker redding lijkt te kunnen bieden. Maar met kunst- en vliegwerk krijgen we de fiets weer gangbaar, zelfs met nog vier bruikbare versnellingen. De spontaan aangeboden hulp van een van de weinige passerende automobilisten kunnen we gelukkig afslaan. Voorzichtig rijdend bereiken we de camping van het prachtig gelegen dorp Goudet. De eigenaar is een oude rocker, die hier 's zomers optredens van en voor muziekliefhebbers organiseert. Nu beperkt hij zich tot het bereiden van simpele maaltijden, zoals entrecôte met frites.
Er is geen fietsbare route vlak langs de Loire, wat betekent dat we heel wat stijgen en dalen, waarbij we telkens weer de rivier passeren. In de kille regen bereiken we het hoogste punt van de route op 1250 meter. We dalen af naar Langogne, aan de grens met de Ardèche, en dat klinkt al aardig als Zuid-Frankrijk, maar echt mediterraan, met olijven en oleanders, wordt de vegetatie pas bij het dorp Pied de Borne, dat we passeren tijdens de afdaling van maar liefst 40 km naar Les Vans, over een van mooiste weggetjes die we ooit in Frankrijk hebben gereden. In Les Vans eten we op aanraden van de campingbaas uitstekend in het vriendelijke restaurant Le Carmel.
De Bambouseraie in Anduze
Na Les Vans en St. Ambroix rijden we om de grote stad Alès heen; volgens ons routeboekje gaat het om "voortkabbelende kilometers" tussen de cipressen en wijngaarden, maar de talloze korte, steile hellinkjes, die in het hoogteprofiel niet terug te vinden zijn maken het fietsen hier behoorlijk vermoeiend. We zetten koers naar Anduze, een populaire toeristenplaats met zeven campings, waar we de Bambouseraie bezoeken, een enorme, perfect onderhouden botanische tuin vol reusachtige bamboe, een feng-shui-landschap en een nagebouwd Laotiaans dorp, waar je je in de tropen waant. Zeer de moeite waard, en nog meer in het voorjaar als de jonge bamboe in bizarre vormen uit de grond schiet. Aanbevolen, en niet alleen voor tuinhobbyisten!
De Herault
Het woeste, stenige dal van de Herault volgend, waar al druk met kano's wordt gevaren, belanden we in het superpittoreske St. Guilhem-le-Desert, waar het in de zomermaanden een volstrekte heksenketel moet zijn, gezien de overdaad aan souvenirshops en crèperies; een kilometer van het dorp is zelfs een enorm P&R-terrein met busdienst voor de dagelijkse toeristeninvasie. maar begin juni is het op het dorpsplein onder de gigantische plataan nog prima toeven. De dorpskerk bezit een prachtige kloosterhof, die gratis toegankelijk is.
Een paar kilometer verderop rijden we over de Pont du Diable, een brug uit de 11e eeuw, waar waaghalzerige pubers de diepte in plonzen. De brug markeert het einde van de bergachtige, met struikgewas bedekte Cevennen, en tot aan de Middellandse Zee rijden we door een licht golvend of zelfs vlak landschap met uitgestrekte wijngaarden. In de badplaats Vias rijden we stug rechtdoor in zuidelijke richting, totdat we niet verder kunnen: de Middellandse Zee is bereikt, na twee weken fietsen door Frankrijk op zijn mooist.
Béziers
We fietsen langs het druk bevaren Canal du Midi nog een stukje verder naar Béziers, vanwaar we de TGV naar Dijon willen nemen. Vanwege een treinstaking dreigt dat minder makkelijk te worden dan verwacht, maar uiteindelijk zal alles goed komen. Béziers is een typisch Zuid-Franse stad met veel platanen, een mooie brug en een hooggelegen kathedraal die van verre zichtbaar is, maar eenmaal in de stad onvindbaar blijkt.
We hebben nog een dagje over om de omgeving van Béziers te verkennen. Vanaf de camping in Villeneuve-les-Béziers rijden we een rondje via Béziers langs het Oppidum van Enserune, een uitgestrekte prehistorische nederzetting annex Romeinse vesting op een platte heuveltop, waarvan weinig resteert. Des te boeiender is het panoramische uitzicht op het drooggelegde meer van Montady, een staaltje van middeleeuwse landschapskunst met straalvormig opgedeelde akkers, dat de klim naar boven beslist de moeite waard maakt.
Gefietste route
Etappe | Km* | Stijging in m** |
---|---|---|
Montbard – Bligny-sur-Ouche (Camping Municipal) | 87 | 630 |
Bligny-sur-Ouche – Chalon-sur-Saône (Camping du Pont de Bourgogne) | 75 | 609 |
Chalon-sur-Saône – Cluny (Hotel du Commerce) | 60 | 490 |
Cluny – Charlieu (Camping Municipal) | 71 | 886 |
Charlieu – Saint Just-en-Chevalet (Camping Municipal) | 72 | 1056 |
Saint Just-en-Chevalet – Ambert (Camping Les Trois Chènes) | 69 | 1134 |
Ambert – Le Puy-en-Velay (Camping Municipal) | 73 | 1126 |
Le Puy-en-Velay – Goudet (Camping Au Bord de L'eau) | 41 | 850 |
Goudet – Les Vans (Camping Le Pradal) | 98 | 1470 |
Les Vans – Anduze (Camping Les Fauvettes) | 84 | 978 |
Anduze – Gignac (Camping Du Pont) | 83 | 997 |
Gignac – Villeneuve-les-Béziers (Camping Les Berges du Canal) | 72 | 570 |
Totaal | 972 km |
** Op basis van gecorrigeerde gps-data