Varadero-Viñales en Santa Clara-Varadero, januari 2008
Fietsen op West-Cuba: goudgele stranden, groen platteland
tekst: Annemarie Verhallen
Cuba is een heel groot eiland, waar je prachtig kunt fietsen. Dat weten we van onze vakantie op Oost-Cuba, in 2003. Dankzij de revolutie is de 21e en eigenlijk ook de 20e eeuw nog niet echt op gang gekomen, zodat de wegen buiten de steden heerlijk rustig zijn. Cuba is ook een smal eiland, dus of je zin hebt in een tropisch strand of een lekkere klim, het is nooit meer dan een dagje fietsen weg. De vorige reis hebben we het oosten van Cuba bewonderd, maar het westen is ook niet te missen.
Een rechtstreekse vlucht op Varadero brengt ons midden in het westen. Naar het westen gaat het richting Havana en Viñales, naar het oosten richting Santa Clara en Trinidad. Teveel voor een rondje van drie weken? Geen probleem, tegenwoordig kun je het gat in je rondje dichten met Viazul-bussen. De fietsen gaan in de grote laadruimten. De wind op Cuba staat altijd min of meer NO, dus de verstandige fietser past zijn gecombineerd fiets-busplan hieraan aan.
Retour Schiphol
Waarom gaat een mens fietsen in Verweggistan? Met name voor het avontuur uiteraard. We worden op onze wenken bediend. Een half uur na vertrek van Schiphol, we modderen al die tijd op 2000 meter hoogte in een vage richting, komt eindelijk de captain met info: ‘Slecht nieuws uit de cockpit!’ Leren ze dat op de kapiteinschool? Ik had eerst een geruststellende mededeling gedaan, te meer omdat we helemáál niet neerstorten. We moeten alleen kerosine in de Noordzee dumpen en gaan aansluitend terug naar Schiphol. De linkerkant van het vliegtuig is onzichtbaar in de cockpit. Eenmaal veilig aan de grond blijkt er een draadje losgeschoten en met twee uur vertraging vertrekken we alsnog voor een rechtstreekse vlucht richting Fidel. Dat was slingeren.
Helaas is het nu donker bij aankomst op Varadero en moeten we een (veel te dure) taxi naar het hotel nemen. We gaan eerst bijkomen op het zeer, zeer lange strand alhier, met palmbomen en azuurblauwe zee. De stranden zijn in principe vrij toegankelijk, maar ze vinden het niet zomaar goed dat je je fiets meeneemt. Liever bewaken ze ‘m bij de parkeerplaats om wat CUC, de plaatselijke toeristendollar, te verdienen. Met een beetje zoeken vind je echter wel een mooi strandje waar je je fiets naast je sarong kunt parkeren. Er is nauwelijks een Cubaan te zien op dit schiereiland, maar je kunt wel heerlijk relaxen en nadenken welke kant je nu eigenlijk op wilt met je fietsje. Na twee dagen luieren en kaartenstudie zijn we er helemaal klaar voor; we gaan eerst naar het westen, richting Havana.
Playa Jibacoa 75 km
De eerste fietsdag is bepaald relaxt. Hopen strandjes en rare beesten. Lunchend met koraal voor de voeten kijken we met genoegen hoe fietsloze toeristen met busladingen tegelijk met zwemband om aan het snorkelen worden gezet. Zojuist had ik de zee nog voor mij alleen! Zo dicht bij Havana kunnen we nog steeds mooie alternatieve weggetjes vinden met lekkere jungle. Op een knoertsteil stukje vraag ik in mijn beste Spaans aan een mijnheer, druk bezig zijn paard voor uitglijden te behoeden, waarheen deze weg leidt. 'Si!' antwoordt hij vriendelijk en met klem. Ik moet nog oefenen geloof ik.
We vinden een prima hutje op camping 'Los Cocos'. Van 's morgens vroeg tot 's avonds (niet zo) laat leuke, maar knoertharde muziek. De buitenlanders moeten tot onze verwarring apart eten, maar we krijgen wel hetzelfde. Rijst, bonen, varken, zoete aardappeltjes en, tegelijk met de rest geserveerd, het standaard toetje: jam met kaas. Hm. Dezelfde kaas was wel lekker geweest op brood, maar dat kennen ze hier niet.
Havana 61 km
Nu is het toch wel gebeurd met de leuke binnenweggetjes. Oe, wat een stank. Er komt duidelijk een grote stad aan. Dat moet wel Havana zijn. De weg is breed genoeg en daarom niet gevaarlijk, maar naarmate we Havanna naderen wordt het fietsplezier minder. In dit land leer je weer wat 'uitstoot' inhoudt. Met een pont steken we over naar het oude centrum van Havana.
Via-via vinden we hier, in Havana Vieja, een casa particular. Da's een groot voordeel omdat de meeste attracties op loopafstand zijn, maar het nadeel is het huis. Er zijn hele mooie casas hier, maar zie er maar eens een kamer te veroveren. Van onze vorige trip weten we dat een reservering vooraf geen enkele garantie biedt. Onze gastvrouw, mevrouw Maria, is aardig genoeg, maar het oude huis biedt weinig privacy en af en toe lucht de garage onder het huis wat al te nadrukkelijk af langs onze kamer. Iedere ochtend om een uur of 5 komt de schoonmaakster met emmers rammelen.
Havana Vieja
De haven met het Moorse fort aan de overzijde is schitterend. Wat een romantiek. Maar je moet niet te dicht bij komen. Hier is een permanente olieramp aan de gang. Zelfs op de kade ligt een plakkerige olielaag uit het overslaande water. Te smerig voor woorden.
Het mooie van gelijkheid voor iedereen is, dat we welkom zijn op de duurste terrassen en in de mooiste hotels voor een mojito'tje met fantastisch uitzichten. ’s Avonds nemen we deel aan het feest in het antieke bierrestaurant op de Plaza Vieja en wie zien we daar: Eliades Ochoa, bekend van de Buena Vista Social Club. Hij wil best minzaam poseren. Da's een van de leuke dingen van een eiland; je komt nog eens iemand tegen!
Soroa 96 km
Tijd voor fietsen op het platteland. De uitvalswegen zijn smerig, maar fietsend richting Bauta ben je Havana snel uit en daarna is het mogelijk allerlei mooie kleine weggetjes te kiezen. In een dorpje onderweg is het feest. De man met de bierton is gearriveerd! Voor 1 peso moneda nacional(€ 0,03) mag je je blikje hervullen tot de ton leeg is. Iedereen is verschrikkelijk dronken en ook heel vrolijk. De biertonman zit voor de veiligheid toch maar in een kooi.
We krijgen in Soroa een prachtige hut aan het zwembad, middenin de jungle. We gaan even onschuldig een koffietje drinken in de spectaculaire botanische tuin. Meteen springen de tuinmannen in actie en brengen schitterende salsa ten gehore. Eens zal er een orkestje tevoorschijn springen terwijl ik onderweg een plasje doe achter een boom!
San Diego de los Baños 68 km
Aangemoedigd door het succes van onze mooie alternatieve routes van de vorige dag rijden we het steile pasje op richting Las Terrazas en gaan we linksaf op een voor de kaarten onbekende weg. Toch wel steil, die wegen die niet op de kaart staan. 19% zegt de teller, da’s te heftig voor het leuke. Als het koud begint te plenzen terwijl we de fiets tegen idiote hellingen opduwen kiezen we eieren voor ons geld; terug naar de vlakte. Naar beneden valt ook niet mee. De regen heeft de vuile laag op de weg gesmolten, of het geijzeld heeft! Nu moeten we naar beneden wéér lopen. Beneden is het droog. De Carretera Central, die er op de kaart erg breed uitziet, blijkt gezellig door de dorpjes te slingeren en zo wordt het toch nog een aardige fietsdag.
Viñales via Pinar del Rio 78 km
Pardon? Dríe stellen Nederlandse fietsers. Allemaal van Vlieg & Fiets. Voor één dagje best gezellig. Gelukkig stoppen ze in Pinar del Rio, terwijl wij doorfietsen naar Viñales, het mooie centrum van de tabakproductie. Dat Hollandse filefietsen doet toch een beetje af aan de romantiek. De route van Pinar naar Viñales is schitterend. Volgens het gidsje is het lastig een goede casa te vinden vanwege de massale toeristische toeloop, maar dat is onzin. De eerste de beste eigenaar die ons naar binnen plukt heeft een mooie kamer op het dak met een eigen terrasje en lekkere diners.
Alleen laat de baño wel wat te wensen over. Onder de douche moet je iedere minuut met gevaar voor eigen leven aan de elektrische verwarming in de douchekop draaien, waarbij het licht vervaarlijk knippert. Wanneer ik de laatste morgen een ultieme poging doe om de wc door te trekken, breekt het touwtje. Waarschijnlijk het laatste intacte doortrek-touwtje van Cuba.
Santa Clara via Havana met de Viazul bus
Ver genoeg naar het westen gefietst. Bovendien komt er erg vies weer aan. We hakken de knoop door en gaan met Viazul via Havana naar Santa Clara, dwars over het eiland in oostelijke richting, tegen de strakke N-O wind met plensbuien in. Goed geregeld! De fietsen gaan zonder problemen onderin de bus. Tenminste, de eerste etappe. De dame in Havana weigert aan de busmannen door te geven dat er fietsen meemoeten, dus dat werd proppen. Er is een pauze van drie uur in Havana, zodat je op je fietsje mooi nog even wat attracties kunt gaan doen. De bus naar Santa Clara is iets minder comfi omdat het enorm uit het toilet stinkt. De inhoud van de bus komt in opstand tegen het arme personeel, maar op een of andere wonderbaarlijke manier verdwijnt de stank gelukkig na een paar uur.
In Santa Clara vinden we een heel lelijk hotel op het prachtige, bruisende Parque Vidal. Vanuit onze kamer is het lelijke hotel uiteraard onzichtbaar, dat scheelt. Bewonderaars van Che kunnen in Santa Clara hun hart ophalen. Er zijn diverse interessante attracties, die het beste met de fiets te bereiken zijn. Op het plein vóór het enorme Che-monument krijg ik voor de zoveelste keer de wind van voren van de bewakers. Ik mag wél op de grijze vlakken met m'n fiets, maar níet op de roze, foei! Ik doe het echt niet expres, ik begrijp het gewoon niet.
Sancti Spíritus 92 km
Rijden we eens naar het oosten, wakkert de wind direct aan tot een stormpje! En het regent ook nog heel vies, zodat we de gaten in de weg niet zien wanneer we op een voor fietsers verboden weg Santa Clara uit ploeteren. In Placetas draait de wind en onze weg en houdt het op met regenen. En zo arriveren we zonder uitputting voor ons mooie hutje in een park aan een stinkweg bij Sancti Spíritus .
Twee gorilla's komen melden dat de fietsen op de parkeerplaats moeten zodat zij ze kunnen bewaken. Ik vind dat ze wel in de hut kunnen en de mannen zeggen dat dat niet mag, maar dat Spaans begrijp ik niet. Even later is het besproken in het comité, ze komen terug om te vertellen dat de fietsen in de hut mogen. Gracias! Sancti Spiritus profileert zich op Cuba met K.I., hoe toepasselijk! De volgende ochtend probeer ik broodjes te kopen in de panaderia. Eerst mag ik er twee, maar als ik dan bijzonder ruim betaal met twee kwartjes, krijg ik er drie. Een stadsgenoot kijkt zéér afkeurend, het brood van de arbeiders!
Trinidad 76 km
Oh, wat een mooie weg vandaag. Geen auto's maar cowboys op de weg. Oe, wat zitten die mannen mooi op hun paard. Klipklopklipklop 'Hola!' (Spaans voor 'hallo') Ze drijven kuddes enorme stieren over de weg. Vinden ze zelf zo te zien ook wel spannend. Een stampede over de openbare weg willen we voorkomen dus we passeren voorzichtig onder dankbare blikken van de cowboys. Net als in de film, dat wil ik! Helaas worden we wederom op tropische stortbuien getrakteerd, maar we houden het net warm, mede dankzij de mooie bushokjes met bankjes. Je hoeft je niet te vervelen gedurende zo'n bui, want het Cubaanse leven trekt aan je voorbij en regelmatig komt iemand vertellen dat er erg veel water valt. 'Si, mucha agua!' We maken een zij-uitstapje naar de slaventoren. In duistere tijden hielden de grootgrondbezitters vanaf hier de werkers op de suikerrietplantages in de gaten, nu mag je de enge trapjes op voor het uitzicht.
De fietsen worden intussen met verve bewaakt door de parkeerwachter, hij onderscheidt zich van zijn buren met een bordje: 'parking official'. Hij vertelt zich ernstig zorgen te hebben gemaakt over mijn stinkende handschoentjes die hangend aan de fiets nóg natter werden terwijl wij aan de cola zaten. Onderweg naar de kust worden we achtervolgd door woeste regenluchten. Doorrijden, snel naar de kust, daar is géén onweer!
De volgende dag schijnt strak de zon over het prachtige stadje terwijl het in de bergen erachter verder dondert. We vinden een antieke casa met eigen binnenplaats. De fietsen staan in het huis tussen flink uit de kluiten gewassen heiligenbeelden (aanbevolen: Camilo Cienfuegos 270).
Trinidad is een uitstekende keuze voor een rustdag. Er is uniek snorkelstrand, het stadje is schitterend gerestaureerd en iedere avond is bij er de Casa de la Musica een bruisend straatfeest waar de vele buitenlandse muurbloempjes zich vergapen aan de wervelende salsa terwijl de mojito's rijkelijk stromen.
Cienfuegos 88 km
Onze huisbaas gaat voor ons shoppen bij de panaderia zodat we voor het eerst een behoorlijke broodvoorraad hebben (tip). Langs een stille kustweg pedaleren we relaxt naar het westen. Op de kaart staan allemaal dorpjes langs de weg ingetekend, maar die bestaan niet. Er zijn alleen wat Cubaanse bungalowparken waar de gebruikelijke harde muziek uit opstijgt. De liefhebbers van palmbomen moeten beslist even stoppen bij de spectaculaire botanische tuin vlakbij Cienfuegos. Je mag er zo binnenfietsen.
Cienfuegos daarentegen blijkt een stinkstad, maar gelukkig is er ook nog Punta Gorda, waar de stank niet kan komen. Allemaal paleizen en helemaal op de punt aan de westkant, één mooi oud houten huis waar wij onze intrek nemen. (aanbevolen: Calle 35, eerste verdieping, van Mirian en Keila) Het is nogal vervallen maar krakend schoon. De fietsen moeten uit de tuin van de benedenburen over een onmogelijke houten wenteltrap het balkon op. No problema. Vanaf het enorme balkon hebben we een spectaculair uitzicht over de baai. De familie ziet er bijzonder non-alcoholisch uit, maar ook dat is geen probleem. TuKola, het plaatselijke alternatief voor het verderfelijke Amerikaanse coca cola, heeft men overal en we gieten er stiekem zelf een beetje rum bij uit onze geheime voorraad. We eten in een Moors paleis met Romeinse mozaïeken en Egyptische sfinxen voor de deur. De architect had blijkbaar wat moeite om koers te houden. Het eten is niet veel, maar de ambiance! Niet te missen.
Playa Girón 93 km
Gelukkig helpt de buurman ons de volgende dag met de fietsen naar beneden. Het eerste stuk, tot aan Limones is vervelend, brede drukke stinkweg. Gelukkig komt de wind zoals gewoonlijk uit het oosten, dus de viezigheid waait van ons af. Vanaf Limones kan je een stukje binnendoor, maar dan moet je nog 11 km over de carretera central, en er wordt erg hard gereden. Daarna wordt het genieten. We fietsen tussen prachtig onderhouden landbouwgronden, een verademing na al die schrale en braakliggende terreinen. Misschien wordt het dan toch nog wat met dit land! Een zeer schuldig kijkende jongeman verkoopt ons 4 broodjes. Peter betaalt hem expres veel te veel om de verkoop aan fietsende buitenlanders te stimuleren. Hierna wordt het zo stil op de weg door de eindeloze bossen dat Peter en een paard zich helemaal te pletter schrikken van elkaar.
Verrassend genoeg zijn de casas allemaal vol in Playa Girón, maar er is wel een enorm all-inn hotel. Eigenlijk blijkt dat helemaal geen verkeerde keuze na twee weken fietsen op Cuba met z'n toch ietwat droevige keuken. We blijven een dagje om te duiken in de Varkensbaai (spectaculair en niet duur) en van strand en zon te genieten. Is dat eten (en drinken, nou nog één mojito'tje dan). 's |vonds blaast men vanaf een knetterend apparaat een wolk gif onze hut in, woesj! Als we van de schrik bekomen zijn begrijpen we dat het tegen de muggen bedoeld is en niet tegen ons.
Australia 66 km
Langs de Varkensbaai loopt een prachtige en zeer rustige weg. Langs de weg staat overal aangegeven waar de trappetjes zijn om schitterend te snorkelen. Rechts van de weg bevindt zich een superattractie: een kraakheldere cenote, een met brak water gevulde barst in de rotsvloer die een heel eind door de jungle slingert. We hebben 'm helemaal voor onszelf en installeren ons naast de visjes in een ligstoel met een tukolaatje. Als we wat koekjes in de cenote gooien komen er steeds meer vissen. In ieder ander land zou je eruit gesmeten worden, maar dat mag hier dan weer wel. Na Playa Larga gaan we het binnenland in. Prompt stapelen de buien angstwekkend op tot ze met geknal, storm en een koude gietbui op ons neerkwakken. Dit keer komt de bushalte net iets te laat. Een vrolijke Cubaanse racefietser begeleidt ons naar de campismo van Australia. Hij krijgt wat reserve fietsonderdelen waar hij erg blij mee is.
De hut in Australia is een goede deal, maar er woont al iemand in de volgens opschrift 'hygiënisch schoongemaakte' wc. Het is een Cubaanse Boomkikker. Als ik hem probeer te pakken vliegt het sterke beestje alle kanten op. Met veel gegil en hulp van de toegesnelde buren wordt hij (via mijn haar) verwijderd. Niet voor lang, want midden in de nacht zit hij weer op de bril. Zíjn plee! Op de campismo is een restaurantje waar je eet wat de pot schaft. De ober probeert Engels te spreken en vraagt of we blimblomsoup vooraf wensen. Nou dat gaat er vast wel in na al die kou. Tot onze verrassing krijgen we een schaaltje van hetzelfde zwarte-bonengerecht dat iedere avond als bijgerecht bij de rijst wordt geserveerd. Best lekker.
Varadero 82 km
Het is weer zover, we fietsen weer eens naar het noorden en prompt wakkert de wind aan tot een heuse storm, schuin op de kop. Gelukkig verkoopt men fruta bomba (papaya) langs de weg. Een bom calorieën en vocht. De verkoopster leeft met ons mee als we vertellen dat we naar Varadero willen. 'Ai, el aire es contra!' (de lucht zit tegen!) We fietsen door eindeloze vlakten en sinaasappelboomgaarden. De boompjes houden ons af en toe gelukkig wat uit de storm. In Jovellanos kopen we een pizzaatje, gebakken in een ton. Hmmm. Pizzaatjes zijn verkrijgbaar in ieder dorp van betekenis en bieden een smakelijk lunch-alternatief voor het moeilijk te verkrijgen brood.
Luchthaven 27 km
Helaas! Laatste dag. We fietsen naar hetzelfde strandje van de eerste fietsdag, op 20 minuten van de luchthaven. Onze laatste avond aten we voor 15 euro door de kok mishandelde kreeft in Varadero, en vanmorgen laten we ons overhalentot hetzelfde op het strand voor 4 euro, maar dat is dan ook illegaal. Het waait weer erg hard, maar ik waag me toch in zee voor een laatste snorkelavontuur. Na 20 minuten word ik met veel geschreeuw en gezwaai vanaf het strand gewaarschuwd om onmiddellijk terug te komen. Ik kijk achter me op zoek naar een haaienvin, maar niks. Als gevolg van de storm blijkt de zee vol te zitten met de zeer giftige Portugese Oorlogsschepen.
'Oeps, I forgot to tell you!` zegt Alexander, met wie ik net een kwartier had staan praten. Op de luchthaven bevindt zich een mooi schaduwheuveltje voor de deur om alles opnieuw in te pakken. Bij de incheckbalie probeert de grondsteward wederrechtelijk 120 euro los te branden voor fietsvervoer. Moet je net Peter hebben! Geen schijn van kans.
Overigens viel het gedoe over geld enorm mee. Dat is natuurlijk ook een van de voordelen van fietsen, buiten de toeristische zones is er altijd minder gedonder. Al met al was het wederom een relaxte vakantie met veel mooie attracties en leuke ontmoetingen. Na oost en west komen we misschien nog een keertje terug voor het middenstuk!
Gefietste etappes
Varadero – Playa Jibacoa | 75 km | |
Playa Jibacoa – Havana | 61 km | |
Havana –Soroa | 96 km | |
Soroa –San Diego de Los Baños | 68 km | |
San Diego de Los Baños –Viñales | 78 km | |
Viñales – Santa Clara | (bus) | |
Santa Clara –Sancti Spiritus | 92 km | |
Sancti Spiritus – Trinidad | 76 km | |
Trinidad –Cienfuegos | 88 km | |
Cienfuegos –Playa Girón | 93 km | |
Playa Giron –Australia | 66 km | |
Australia – Varadero | 82 km | |
Totaal | 875 km |