Frankrijk: Carcassonne – Canal du Midi – Montségur – Bugarach (september 2011)
Fietsen in de Languedoc-Roussillon, het land der Katharen
Aan de voet van de ongenaakbare Pyreneeën, grenzend aan de Middellandse Zee, ligt de Zuid-Franse regio Languedoc-Rousillon, waar je uitstekend kunt fietsen over rustige weggetjes in een landschap dat varieert van vrijwel vlak tot ronduit bergachtig. Hoe dichter bij de Pyreneeën, hoe zwaarder de hellingen, maar de beloning is groot: de uitzichten vanaf hooggelegen Katharenforten als Montségur en Peyrepertuse zijn ronduit fantastisch. In de nazomer maakten we een fascinerend rondje van zo'n 400 km vanuit Carcassonne, waarbij we in het dorp Bugarach zelfs geconfronteerd werden met het naderende einde der tijden...
Carcassonne
Vanaf de camping van het idyllische dorpje Rustiques, waar we de eerste nacht na aankomst doorbrengen, zien we heel in de verte in het dal de weerschijn van de beroemde Cité van Carcassonne, een van de drukstbezochte toeristische attracties van Frankrijk, die we de volgende dag over een goed fietspad langs het Canal du Midi bereiken. Binnen de muren van de Cité blijkt het een toeristenkermis van jewelste; dat neemt niet weg dat je deze grootste burcht van Europa niet mag missen. Het kasteel en de huizen zijn in de 19e eeuw nogal fantasievol gerestaureerd door Eugène Violet-le-Duc, maar het resultaat mag er zijn; vooral tegen de avond zijn het licht en de kleuren prachtig. Het kasteel schijnt zelfs Walt Disney geïnspireerd te hebben! De wandeling van 3 km over en langs de omwalling is zeker de moeite waard; zo geniet je van de mooiste uitzichten en ontloop je de drommen toeristen en souvenirshops vol prullaria.
Canal du Midi
Na Carcassonne volgen we nog een tijdje het door eindeloze rijen platanen omzoomde Canal du Midi. Tegenwoordig varen er alleen nog plezierboten door dit kanaal, dat in de 17e eeuw werd gegraven als onderdeel van de vaarverbinding tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. In het begin is het onverharde pad goed berijdbaar, maar het wordt steeds hobbeliger en plassen en modder bemoeilijken de voortgang. Hier valt nog wel wat werk te verrichten voor de Franse fietspadenmakers. Na een paar uur houden we het voor gezien en kiezen voor kleine weggetjes in de buurt, die eigenlijk leuker zijn dan het kaarsrechte pad langs het kanaal, waar vooral de sluizen met schuttende en schutterende jachten voor de broodnodige afwisseling zorgen.
Fanjeaux
Zodra we naar het zuiden afbuigen, wordt de route heuveliger. De klim naar het historische kasteeldorp Fanjeaux is zelfs heel venijnig, met zo'n 12 procent. Om de boerderijcamping te bereiken moeten we afdalen en weer flink stijgen, zodat we daar pas tegen donker arriveren. Gelukkig hebben we eten bij ons, want in de verre omtrek hebben we geen restaurant of café gezien in deze tamelijk verlaten streek.
Mirepoix
Heel anders is dat in Mirepoix, een gezellig stadje met een prachtig centraal plein, omringd door vakwerkhuizen met eeuwenoud houtsnijwerk. Het is verleidelijk hier op een terras neer te zijgen en met een fles wijn van een copieuze lunch te genieten, zoals alle andere toeristen doen, maar wij houden het bij een stokbrood met worst op een gemeentelijk bankje, want we hebben nog de nodige kilometers en een attractie voor de boeg.
Vals
De uitzichten op de Pyreneeën worden steeds fraaier op de stille weg naar Vals, een gehucht met een bijzondere Romaanse kerk met 12e-eeuwse fresco's, die op een flinke rots is gebouwd.
Deze Eglise de Notre-Dame de Vals, die drie niveaus telt, is slechts toegankelijk is via een in een rotsspleet uitgehouwen trap, afgesloten met een deur. (Klik op de foto voor filmpje)
Kasteel van Montségur
Na het streekcentrum Foix met zijn kasteel begint de rustige weg flink te klimmen. We passeren Roquefixade, ook al met een kasteel, een Katharen-verzetshaard die zo hooggelegen is dat we er maar geen kijkje gaan nemen. In de verte zien we al het kasteel van Montségur liggen, het beroemdste centrum van de Katharen, een middeleeuwse religieuze groepering die zwaar vervolgd werd. In Montségur kwamen ruim 200 Katharen om op de brandstapel, die hun toevlucht in de burcht hadden gezocht. De klim naar die burcht boven op een ongenaakbare rots op ruim 1200 m hoogte valt zeker niet te onderschatten, zo ontdekken als we de fiets op de Col de Montségur geparkeerd hebben en moeizaam over een pad vol keien omhoog klimmen. Het uitzicht boven is gelukkig fenomenaal, dus alle moeite is niet voor niets. De burchtruïne hier is overigens niet de oorspronkelijke katharenburcht, maar een garnizoensburcht die later door de Franse koning is gebouwd.
De Voie verte naar Rivel
Vanaf de camping in Montferrier, van waaruit we de Col de Montségur hebben beklommen, rijden we een klein stuke terug om de voie verte naar Rivel te volgen, een mooi onverhard pad over een voormalig spoortraject waar in 1973 voor het laatst een trein reed. Later klimt de route weer over een paar colletjes in een vriendelijk landschap met vrijwel verlaten wegen die door platanen omzoomd worden. Typisch Frans, inderdaad. Die avond eten we in Rennes-les-Bains op een al even Frans, met hoge platanen getooid dorpsplein. Veel Franser kan Frankrijk niet worden...
Bugarach en het einde van de wereld
In Rennes-les-Bains waren ons al de esoterische winkels opgevallen en in de rivier zagen we volbloed hippies baden, wat erop duidde dat er in deze streek een spiritueel centrum is. Volgens diverse bronnen zou Bugarach, een onbeduidend dorpje aan de voet van de ongenaakbare Pech (of Pic) de Bugarach, van de ondergang van de wereld op 21 december 2012 gespaard blijven. De prijzen van onroerend goed zijn er al fors gestegen, en de Franse overheid vreest een zweverige invasie.
Als we door het dorp fietsen, lijkt alles rustig. Alleen een plakkaat van de plaatselijke pastoor in het kerkje duidt op de mogelijke onrust rond Bugarach. 'Als Christus zegt dat noch de engelen noch hijzelf de datum kunnen voorspellen, maar alleen God zelf, hoe kunnen mensen als u en ik die dan kennen?' laat hij in zijn brief weten.
Meer Katharenkastelen
Na Bugarach maken we een excursie door een prachtige kloof, de Gorges de Calamus, waar een smal weggetje in de steile kloofwand is uitgehouwen. We rijden door een verlaten, droge streek, met slechts hier en daar een dorpje en hoog op de rotsen nog enkele Katharenkastelen, zoals het Château de Peyrepertuse, te hoog om even met de fiets naar toe te rijden. Richting kust verandert de vegetatie. Uitgestrekte wijngaarden bepalen nu het uitzicht. Het is oogsttijd, en de dorpelingen rijden in een uitgelaten stemming rond op tractoren die karren vol deinende druiven trekken. Na een laatste pasje, de Col d'Extrème van slechts 251 meter, bereiken we kalmpjes dalend Durban-Corbières, waar we voor een overnachting op de camping het recordbedrag van € 6 moeten afrekenen, inclusief warme douche.
Langs de kust naar Narbonne
We bereiken de kust, waar de goudgele Middellandse-Zeestranden helaas ontbreken. Hier zijn slechts modderige zoutwatermeren, de étangs, waarin flamingo's zich thuisvoelen. We zien er tientallen op weg naar Narbonne, een aangename stad die doorsneden wordt door het Canal de la Robine. We volgend dit kanaal een stukje tot aan de rivier de Aude.
Terug naar Carcassonne
In een licht heuvelend landschap rijden we met een stevige wind in de rug terug naar onze uitvalsbasis Trèbes bij Carcassonne, waarbij we soms weer even een stukje van het Canal du Midi volgen, zwaaiend naar de jachten met al dan niet benevelde passagiers. Het is een vreemd gezicht het kanaal soms een stuk hoger te zien liggen dan het omringende landschap, als een soort polderboezem, en we krijgen steeds meer bewondering voor de ingenieurs die het eeuwen geleden hebben ontworpen en aangelegd.
Etappe | Km** | Stijging |
---|---|---|
Carcassonne – Fanjeaux | 70 | – |
Fanjeaux – Foix | 83 | 688 |
Foix – Montferrier (Montségur) | 42 | 1060 |
Montferrier – Rennes-les-Bains | 61 | 342 |
Rennes-les-Bains – Durban | 81 | 850 |
Durban – Trèbes | 102 | 381 |
Totaal | 439 km |
** Inclusief omwegen voor boodschappen etc.