Skip to content 
fietsreizen
duitse vlagbritse vlag
Oostenrijk 2010

Fietsen langs de Donau, van Passau naar Wenen

De fietsroute langs de Oostenrijkse Donau is een van de populairste in heel Europa, en terecht, want het is een route vol afwisseling die zowel qua cultuur als natuurschoon interessant is. Die populariteit heeft voor- en nadelen. De drukte kan vooral in zomerse weekenden lastig zijn als je een beetje wilt opschieten, want op de wat smallere paden fiets je dan noodgedwongen in een lange file. Maar daar staat tegenover dat voor al die fietsers de rode loper wordt uitgelegd: de bewegwijzering en de fietspaden zijn uitstekend en er is een overvloed aan voorzieningen voor de fietser: overal vind je fietsvriendelijk onderdak, cafés en restaurants. Aan gezelligheid geen gebrek langs de schöne blaue Donau! Ondanks alle aanwijzingen is het nuttig een routeboekje bij de hand te hebben, zoals Donau-fietspad van Bikeline.

Bezienswaardigheden

De afstand van Passau naar Wenen is zo'n 320 km, en de route is vrijwel geheel vlak. Je kunt over deze afstand twee dagen doen of een week, of zelfs langer, want er is heel veel te zien langs de route. Kastelen, pittoreske wijndorpen, groene heuvels en natuurlijk de prachtstad Wenen, die op zich al een meerdaags bezoek waard is.

Passau

We zijn op onze fietsroute naar de Zwarte Zee – een project van vele jaren – inmiddels heel Duitsland door gefietst via Rijn, Main, Altmühl, Tauber en Donau (de Limesroute), en bereiken de Duitse grensstad Passau nadat we via de fraaie waterkrachtcentrale Kachlet uit 1928 de Donau zijn overgestoken. Door de ramen van de centrale hebben we een fraai zicht op de turbines. Passau ligt aan de samenvloeiing van drie rivieren: de Donau, de Inn en de Ilz, en op de punt van het schiereiland waarop Passau ligt, de Dreiflüsseeck, is dat fraai te zien. We zijn hier net op tijd; een week later, als we de Donau wegens nattigheid zijn ontvlucht, zien we op de Hongaarse tv dat de lage gedeelten van de stad geheel overstroomd zijn in dit extreem regenrijke voorjaar.

Dom van Passau

Passau blijkt een gezellig stadje met pittoreske pleinen. Vooral de barokke Stephansdom is een bezoekje waard. Het orgel is het grootste domorgel ter wereld, met bijna 18.000 pijpen. Niet alleen voor orgelliefhebbers is het is een indrukwekkende ervaring een uitvoering op het orgel te beluisteren; dat kan tussen mei en oktober voor een paar euro elke werkdag om 12 uur.
Wie in Passau aan de Donauroute begint, schrikt misschien, want de eerste kilometers na de stad voeren langs een drukke weg en zijn niet echt een feest. Vanaf Obernzell verandert dat gelukkig, de autoweg buigt af naar links en we rijden over een smal weggetje naar de waterkrachtcentrale Jochenstein, die half in Duitsland en half in Oostenrijk ligt.

We zullen de komende dagen nog een aantal van dit soort centrales in de Donau passeren, waarbij het beeld steeds hetzelfde is: de stroming verdwijnt uit de rivier, die tot aan de krachtcentrale steeds meer op een meer gaat lijken, omgeven door steeds hogere dijken. Dan volgt ter hoogte van de centrale een steil afdalinkje van een meter of tien, waarna we weer een aantal kilometers vrijwel vlak fietsen. Het is bij zo'n centrale altijd leuk even bij het sluizencomplex te kijken, waar regelmatig een cruiseschip of vrachtboot geschut wordt.

Schlögen

Na ruim 20 km fietsen vanaf Passau passeren we de grens tusssen de Freistaat Bayern en Oostenrijk. De Donau meandert hier flink en via diverse slingers brengt het fietspad ons langs beboste heuvels tot aan de steiger van een traditioneel voetpontje, dat ons over de Donau naar het gehucht Schlögen brengt.

De camping van Schlögen, waaraan ook een hotel is verbonden, heeft een goed restaurant met fraai uitzicht vanaf het terras, waar we die avond na het hoofdgerecht nog net plek hebben voor de traditionele, zeldzaam voedzame Kaiserschmarrn met pruimencompote, het favoriete toetje van keizer Franz Joseph, geserveerd door dienstertjes in traditionele kledij. Veel Oostenrijkser kan het niet worden...

Linz

Via het historische plaatsje Aschach bereiken we Linz, een vrij grote stad met een mooi centraal plein, omringd door straten met fraai gerestaureerde panden. Blikvanger op het plein is een enorme Drievuldigheidszuil, in de 18e eeuw opgericht omdat de stad van de oorlog, de pest en de ondergang door brand gered was. Even na Linz moeten we uit tijdgebrek kiezen tussen een bezoek aan de granietgroeve van het concentratiekamp Mauthausen (linkeroever) of aan de Romeinse resten in het plaatsje Enns (rechteroever). We kiezen voor Enns, vooral omdat we al sinds Katwijk de Limesroute langs de grens van het Romeinse Rijk rijden. De ruïne van het Romeinse huis stelt niets voor, maar we weten in elk geval weer dat we nog steeds de voetsporen van de Romeinen volgen. We overnachten op de eenvoudige camping van Au an der Donau, waar we in een al even eenvoudig restaurant prima eten.

Abdij van Melk

Het landschap is in deze streek een stuk vlakker (Au=uiterwaard), maar als we richting Grein fietsen, reiken hoge, steile heuvels weer tot aan de Donau-oever. Het is hier aangenaam fietsen, met af en toe uitzicht op een dorpje, burcht of kerk tussen de beboste hellingen. Op de vlakke fietspaden schieten we lekker op en niet al te laat in de middag komen we in Melk aan.

We hebben voldoende tijd het stadje te verkennen en de heuvel op te klimmen naar het beroemde benedictijnenklooster, dat nog veel beroemder is geworden na het uitkomen van Umberto Eco's roman In de naam van de roos. Jaarlijks komen hier bijna een half miljoen bezoekers, maar begin juni valt de drukte gelukkig nog mee. Een bezoek aan het enorme kloostercomplex bewaren we voor een volgende keer, maar via een zij-ingang kunnen we een blik in de waanzinnig overdadige barokkerk werpen.

We bezoeken de tuin in rococostijl en het paviljoen, waarvan de muren met fantasierijke fresco's zijn beschilderd. Verderop, in de Engelse landschapstuin, hebben we een panoramisch uitzicht over de Donau. 's Avonds zijn het klooster en diverse huizen in het dorp feeëriek verlicht; een niet te missen attractie.
Nog maar nauwelijks bekomen van al deze pracht rijden we de volgende ochtend langs nog zo'n fotogeniek object, het sprookjesachtig in de Donau gelegen slot Schönbühel. Het is niet te bezichtigen, en daarom vervolgen we na een korte pauze onze weg, die verrassend genoeg opeens pittig begin te stijgen. De helling blijkt maar kort en al snel peddelen we weer vlak langs de rivier. We zijn nu in de Wachau, een streek met een mild klimaat, gunstig voor wijnbouw en fruitteelt (abrikozen). Wijndorpjes als Rossatz en Furth maken een welvarende indruk.

Romeinse resten

Op zoek naar een Romeinse toren in Barcharnsdorf, die in ons routeboekje wordt beschreven, verlaten we het fietspad langs de Donau even, waarbij we ontdekken dat het wel zo afwisselend is om af en toe ook de gewone autoweg een stukje te volgen. Erg druk met gemotoriseerd verkeer is het hier niet, en zo zien we behalve de Donau en het fietspad, dat de dorpscentra meestal mijdt, nog eens wat meer van het dagelijkse leven in deze streek.

Krems en Wenen

Het weer is inmiddels omgeslagen, en terwijl een tornado een kilometer of tien van ons vandaan stevig huishoudt – zonder dat we daar iets van merken, op gestaag voortplenzende regen na – rijden we via de oude Romeinse legerplaats Mautern en het historische stadje Krems naar de camping van Klosterneuburg, waar we een dagje blijven om Wenen nog eens te bezoeken.
Lees ook het vervolg: van Wenen naar Boedapest.

Gefietste route

Etappe Km*
Neßlbach (D) – Schlögen 80
Schlögen – Au 106
Au – Melk 83
Melk – Klosterneudorf 112
Totaal 381 km

* Inclusief omwegen voor boodschappen etc.