Van Salzburg naar Villach (september 2020)
Fietsen door de Oostenrijkse Alpen: de Tauernroute
Al een paar maal zijn we in Zwitserland en Oostenrijk de Alpen overgestoken, maar de route van Salzburg naar Villach hadden we nog nooit gereden. De reden daarvan was vooral dat je op deze route geen echte pas oversteekt, maar met de trein door een tunnel moet; er is simpelweg geen begaanbare pasroute op dit traject. Omdat september al vordert en het misschien niet meer zo'n goed idee is een hoge Alpenpas te bedwingen, kiezen we nu voor deze ogenschijnlijk minder uitdagende route, een deel van de populaire Alpe-Adria-fietsroute van het Oostenrijkse Salzburg naar de Italiaanse badplaats Grado.
Het zou jammer zijn om meteen na aankomst in Salzburg op de fiets te stappen, want de gezellige Mozartstad verdient zeker een wat langer bezoek. Met de hoog boven de stad gelegen vesting Hohensalzburg ben je algauw een halve dag zoet en in de monumentale binnenstad langs de Salzach is nog veel meer te zien dan alleen het geboortehuis van WA Mozart. Nog vol van de Sachertorte in Café Bazar (naast hotel Sacher) stappen we op de fiets voor de eerste mini-etappe naar de camping in het Duitse Bad Reichenhall.
De Alpe-Adriaroute duikt het dal van de Salzach in om Bad Gastein en de Tauerntunnel te bereiken, maar wij volgen een alternatieve route, die beschreven staat in het fietsrouteboekje Salzburg-Venetië/Istrië van Paul Benjaminse. Deze route zou volgens de auteur landschappelijk mooier zijn. We zijn benieuwd. Al snel na het vliegveld van Salzburg steken we de Duitse grens weer over en rijden we meteen tussen de bergen – de Alpen rijzen hier spectaculair uit de Zuid-Duitse vlakte op. Via een licht stijgende weg bereiken we de camping van Bad Reichenhall, waar we na een kort corona-verhoor een mooi plekje langs de rivier toegewezen krijgen. Er staan stoelen en tafels voor de fietstoeristen, prima geregeld. Alleen is het een beetje raadselachtig waarom alle fietsers op een veldje achteraan bij elkaar gepropt worden, terwijl de rest van de camping één grote verlatenheid is.
Bad Reichenhall is een welvarend kuuroord met een pittoresk centrum, rechtstreeks zo uit het alpiene Bilderbuch. Er volgen nog meer van dergelijke dorpen op onze route, met vensters en balkons vol bakken met bloeiende geraniums en kleurige schilderingen op de gepleisterde muren. Een tijdlang rijden over een vlak, onverhard pad langs een stuwmeer. Na een pittige stijging via een stenig pad duikt het pad meteen na Haiderhof Stibler op de Oostenrijkse grens een paar meter steil en onoverzichtelijk omlaag. Gelukkig hebben we weinig vaart, maar wie hier pardoes omlaag dendert, loopt de kans op een flinke smak (de waarschuwing in het routeboekje betreft een plek een paar honderd meter eerder).
Na Lofer, waar we een mooi uitzicht op de omringende bergtoppen hebben rijden we langzaam stijgend door het Saalachdal naar Saalfelden. Helaas loopt de autoweg in het tamelijk smalle dal vlak langs het fietspad, wat de nodige geluidsoverlast geeft. Vooral de motorrijders draaien de gaskraan op deze mooie herfstzondag flink open. Het brede dal na Saalfelden biedt een schitterend uitzicht op de toppen van het Steinerness Meer en de omringende tweeduizenders van de Berchtesgadener Alpen, maar daarvoor moeten we wel even achterom kijken.
Het dal wordt smaller en het traject van de Tauernradweg verder volgend bereiken we camping Seecamp, pal aan de Zeller See gelegen; de uitzichten op het meer en de Alpentoppen in de verte zijn er prachtig. Dat vertaalt zich in de overnachtingsprijzen (€ 27 voor een klein tentje en twee fietsers). Het restaurant bij de camping is niet duur en biedt lekkere gerechten. Zell am See is een van de populairste wintersportplaatsen van Oostenrijk, met de Schmittenhöhe en het sneeuwzekere Kaprun. Wees niet verbaasd als je hier overal Arabische teksten en al dan niet gesluierde Arabieren ziet; dankzij een geslaagde wervingscampagne is dit gebied enorm populair bij gasten uit het Midden-Oosten. Wij kunnen weinig bijzonders aan Zell am See ontdekken, of het moest het statige Grand Hotel aan de meeroever zijn.
We laten het meer al snel achter ons en fietsen door het Pinzgau-dal parallel aan de Salzach-rivier langzaam dalend richting Lend. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ook in dit dal vaak vlak naast de drukke verkeersweg rijden; echt mooie vergezichten en pittoreske dorpen ontbreken hier. Regelmatig duiken we via steile paadjes en tunneltjes naar de weg toe of ervan af. Bij Lend missen we de afslag naar het dorp, wat ons op een gruwelijke stijging van 15 procent naar de Klammtunnel komt te staan. Volgens het routeboekje is de helling door het dorp ook niet mals, dus veel zal het niet uitmaken welke weg je neemt. Het tracé in de anderhalve kilometer lange tunnel stijgt lichtjes, wat niet prettig is als je aan tunnelfobie lijdt en zo snel mogelijk weer in de openlucht wilt zijn, maar het fietspad is met betonblokken en een hek van de rijbaan gescheiden, zodat het zeker niet onveilig is. Alleen het dreunende lawaai van de naderende vrachtauto's klinkt onheilspellend.
Na de tunnel is het landschap meer alpien en agrarischer. Groene weiden, af en toe een dorpje en een fietspad dat mooi door het dal slingert. Zo zien we het graag. Bad Hofgastein blijkt een luxe ogend kuuroord, waar je voor de meest uiteenlopende kuren tegen allerlei kwalen terecht kunt. We klimmen eerst kalmpjes, maar dan steeds steiler naar de aloude toeristenplaats Bad Gastein, dat een eind boven het dal ligt en dankzij de hoge gebouwen van verre zichtbaar is. Steeds weer stijgt de weg een paar honderd meter lang met 10 tot 15 procent, vlakt dan af en gaat vervolgens weer met dubbele cijfers de hoogte in. Dat betekent dat we flinke stukken moeten lopen, niet ons idee van een fijne klim in de Alpen.
Gelukkig is Bad Gastein, dat diverse "etages" op de steile helling rond een grote waterval inneemt, de moeite van het bekijken zeker waard. Ooit waren keizerin Sisi en de sjah van Perzië kind aan huis in dit chique kuuroord, dat beheerst wordt door de vergane glorie van voorname belle époque-gebouwen. Een daarvan is het hoog oprijzende Grand Hotel de l'Europe, ooit een van de meest exclusieve hotels van Europa. Het is al jaren geen hotel meer, maar een appartementencomplex. Bad Gastein heeft duidelijk betere tijden gekend: een aantal dichtgetimmerde hotels en villa's verkeert in verregaande staat van verval, het casino is failliet en de betonnen parkeergarage bij de waterval detoneert enorm in het berglandschap. Zoveel Oostblokverval zou je in Oostenrijk niet verwachten.
Pas bij het station van Bad Gastein wordt de weg vlakker. Er is hier geen doorgaande pasroute tussen de tot 3000 meter hoge Alpentoppen, en daarom moeten we van de trein gebruikmaken, die door de ruim 6 km lange Tauerntunnel rijdt en een speciale fietswagon heeft. Mooi op tijd voor de elk uur vertrekkende trein rijden we het perron van het station van Böckstein op. Tip: volg gewoon de routeaanwijzingen voor auto's, bij het loket kun je een fietskaartje à € 5 kopen (dus niet in het station).
Na een korte rit door de tunnel arriveren we in Mallnitz, een aardig dorp in Karinthië, waar we voor de nacht een prima appartement hebben geboekt. De lange afdaling vanuit Mallnitz richting Obervellach is behoorlijk steil en telt een aantal haarspeldbochten, maar de asfaltweg is breed en niet druk. In 6 km dalen we bijna 500 meter tot Obervellach, waarna de route tot Villach vlak is, op een paar kleine klimmetjes na.
Eerst rijden we door een stil dal, maar bij Spittal an der Drau wordt het drukker en volgen we grotendeels via een fietspad de oever van de Drau, die met een reeks stuwen getemd is en nogal een gekanaliseerde indruk maakt (dat geldt ook voor het traject na Villach tot aan Slovenië, zie ons verslag).
Intussen zijn er dreigende onweerswolken boven de omringende bergen verschenen en we zetten een tandje bij, maar helaas, er barst een genadeloos noodweer los. We hadden het kunnen weten, want nog nooit zijn we Karinthië doorgetrokken zonder dat het begon te plenzen. Met de bidons spuiten we de fietsen bij een van de vele zitbanken langs het fietspad schoon en rijden Villach binnen, waar we pal in het centrum een appartement hebben geboekt. De weersverwachting is helaas te slecht om de fietsroute uit het routeboekje te vervolgen richting Tarvisio, Treviso en Venetië, en daarom rijden we de volgende dag in een paar uur per trein terug naar Salzburg.
Alles bijeen vonden we deze Tauernroute de minst spectaculaire van de Alpenpassages die we in Oostenrijk en Zwitserland hebben gereden. De dalen waren steeds vrij druk met autoverkeer dicht langs het fietspad en de weinige klimtrajecten die er waren, bij Lend en Bad Gastein, bleken dan weer overdreven heftig. Geen reden om deze route te mijden, want er valt genoeg te genieten, maar als je de keuze en de tijd hebt, is de oostelijker fietsroute van Passau naar Karinthië een afwisselender alternatief.
Gefietste route
Etappe | Km* | Stijging in m** |
---|---|---|
Salzburg – Bad Reichenhall (Campingplatz Staufeneck) | 25 | 239 |
Bad Reichenhall – Zell am See (Campingplatz Seecamp) | 70 | 964 |
Zell am See – Mallnitz (Mallnitz Appartements) | 60 | 1140 |
Mallnitz – Villach (Limehome appartement) | 85 | 885 |
Totaal | 240 km |
* Inclusief omwegen voor boodschappen, routes naar treinstation, camping etc.
** Op basis van gecorrigeerde gps-data (deze zijn in onze ervaring ca. 25% hoger dan die van een barometrische hoogtemeter; de getallen geven vooral ook de zwaarteverhoudingen tussen de etappes weer)