Fietsen in Portugal en Spanje 2001
Het groene noorden van Portugal: langs de Douro naar Spanje
tekst: Annemarie Verhallen
Fietsen langs de Douro in Portugal, dat klinkt relaxter dan het is. Afgezien van alle klimmetjes en afdalingen, dal uit, dal in, is de weg sommige stukken onvoorstelbaar slecht. Maar daar staat natuurlijk wat tegenover. Waar de weg slecht is, rijden weinig auto's en waar geklommen wordt, vind je landschappelijk schoon. Er zijn vooral heel veel wijnhellingen te bewonderen. In de dorpen kun je je vergapen aan azulejos, geglazuurde tegels waarop vaak schitterende taferelen te zien zijn.
Porto
Om van het vliegveld bij Porto langs de Douro te komen moet je door Porto fietsen. Dit zou geen probleem zijn, ware het niet dat men de wegen in de verre omtrek rond het vliegveld overhoop heeft gegooid. Na anderhalf uur fietsen over allerlei rondwegen die nergens heen lijken te gaan, komen we landgenoten op de fiets tegen. Zij komen uit hetzelfde vliegtuig en kunnen de uitgang ook niet vinden. Na een omtrekkende beweging komen we eindelijk in de buurt van een centrum en belanden na een steile afdeling zowaar bij de beroemde dubbele brug over de Douro. De uitnodigende terrassen kunnen we uiteraard niet zomaar voorbij fietsen.
Medas 70 km
Eenmaal voorbij Porto zijn de problemen over. In dit deel van de wereld is het wegennet overzichtelijk en worden we (nog) niet pardoes naar de snelweg geleid bij grote steden, zoals zo vaak in het buurland Spanje. De Douro snijdt direct diep in het landschap. Na een denderende afdaling kunnen we ver van alle drukte eindelijk heerlijk bijslapen op de camping aan de Douro.
Caldas de Aregas 70 km
Om wat cultuur te zien onderweg, maken we een omweg langs Lamego. Men heeft hier niet gek geboerd in de loop der eeuwen. De opbrengst van ham, meloenen en Raposeira, een soort champagne, is omgezet in prachtige barokke architectuur. Op de weg terug naar de Douro ontmoeten we twee Spaanse fietsers die hun frustraties over de gevolgen van de Portugese wegen op hun zitvlak dringend moeten luchten. "Carreteras criminales!" mopperen ze.
Pinhão 77 km
Tot voor kort was dit wijngebied alleen per spoortje te bereiken. Vandaar dat de autobrug over de Douro óók op een spoorlijn lijkt. De rivier wordt hier door steile heuvels begrensd die vrijwel geheel ingenomen worden door druivenstokken voor de portwijn.
'Eten is om 8 uur,' zegt de baas van ons residencial. (O wee als je te laat bent of bij de concurrent gaat eten.)
Vila Nova de Foz Coa 64 km
In het nauwe dal van het riviertje de Cõa, bij Vila Nova de Foz Cõa kun je prehistorische rotstekeningen bewonderen. De tekeningen zijn pas in 1992 ontdekt en in samenwerking tussen archeologen en dorpelingen die hun wijnhellingen bedreigd zagen, ternauwernood beschermd tegen een verdrinking door een stuwdam. Volgens de reisgids moet je flink van tevoren reserveren voor een expeditie, maar wij zijn (hoera) de enige belangstellenden en krijgen dus een privégids.
Barca d'Alva 61 km
We vervolgen onze weg richting Spaanse grens. Nu gaat het pas echt heuvelen en het wordt steeds eenzamer. Op de toppen van de heuvels liggen kasteeltjes van waaruit ze in oude tijden deze woestenij tegen de Romeinen verdedigden. Door een dorpje kruipen we de berg op om de lunch in castelo Melhor te gebruiken. Het is hier zo verschrikkelijk stil dat het geluid van een terugspoelende film alle honden van het sluimerende dorp in rep en roer brengt. Sorry, dorp! Tjonge, ze hebben hier wat afgesjouwd om de barbaren buiten te houden!
De grens naar Spanje, bij Barca de Alva, komt in naderbij. Het wordt spannend, want dit is de enige grensovergang en het is een vage. Als het mislukt moeten we honderden kilometers om. Op het internet en in ons gidsje lazen we over de brug die Portugal met Spanje verbindt. Het is een ongebruikte spoorbrug met slangen tussen het rottende hout en ontbrekende planken. Zouden we daarover durven? Na een lange klim onthult het eerste uitzicht op de grens een glimmend nieuwe brug. Hij is pas vorig jaar gebouwd blijkt.
Salamanca 134 km
De volgende dag maken we er dankbaar gebruik van. We zijn de enigen. Niemand heeft vandaag plannen tot grensoverschrijdende activiteiten. Het is een hele klim het Spaanse plateau op. Het asfalt is lekker nieuw, geen stinkauto's en lekker heet. Een lang dagje fietsen, want helemaal tot aan Salamanca is het landschap zo goed als verlaten.
Het verschil met Portugal is opvallend. Tussen de pracht en praal van Salamanca valt pas op hoe armoedig Portugal de laatste dagen toonde. In Salamanca is veel te zien. Onder andere art nouveau, bloederige religieuze kunst en Romeinse bruggen.
Zamora 74 km
De weg naar Zamora is kaarsrecht. Ooievaars in de dorpjes zorgen voor afwisseling. In Zamora kun je prachtige art-nouveaugeveltjes zien. 's Avonds is het erg gezellig op straat. De ijsjes, taartjes en stukken pizza zijn smullen na de sobere keuken van Portugal. Men ontbijt hier met churros. Een soort Ras patat die je in de koffie sopt. Dat fietst lekker, zo'n caloriebom!
Pueblo de Sanabria 123 km
Na wederom zeer lange Spaanse wegen rijden we door het Parque Natural de Sanabria naar Pueblo de Sanabria. Van hieruit maken we een prachtige wandeling door het park. Op de terugweg is de enige weg versperd door een kudde met onder andere een (niet al te grote) stier. We vragen ons af wanneer een lief klein stiertje eigenlijk een woeste toro wordt. Hij herkauwt bij onze aanblik echter onverstoorbaar door.
Vinhais 76 km
Vanaf hier kun je kiezen voor de terugweg naar Porto: een onaantrekkelijke bergweg die rond een snelweg op en neer slingert, om 5:30 met de trein mee ("kom zeg, het is vakantie") of terug naar de hobbelwegen van Portugal. We kozen voor het laatste en wat bleek: in het uiterste noorden is het asfalt keurig in orde. Weer is de weg over de grens verlaten.
In Vinhais vinden we een oud hotelletje met het schitterendste uitzicht van de wereld. Maar een waarschuwing is hier op zijn plaats: de specialiteit is een bord gekookte vellen met darmenworstjes. Ik heb in mijn leven veel slachtafval gegeten: black pudding in Schotland, ingewandensoep in Zuid-Italië, andouillettes in Frankrijk, en dan hebben we het niet over Azië, maar dit slaat alles met stip.
Chaves 77 km
Een andere specialiteit van de streek: duivenhokken. Maar waar zijn de duiven? Ik zie ook geen reden waarom die beestjes in zo'n kaal torentje zonder nestelgelegenheid zouden gaan zitten.
Cabeceiras de Basto 79 km
Tjonge tjonge wat een hoogteverschillen hier. Rivier uit, rivier in. Gelukkig is de weg prachtig. Een goede gelegenheid om te onthaasten, want al dat klimmen kost veel tijd. We stellen ons doel bij en komen zo in een onverwacht charmant plaatsje terecht, ver van de toeristenmeutes: Cabeceiras de Basto. Alle huizen hier hebben een streepjespyjama aan. Er is maar één restaurant, maar gelukkig is er met de gerechten ditmaal helemaal niks mis.
Porto 99 km
We denderen de bergen uit richting Porto. Pas na het mooie plaatsje Guimarães wordt het druk op de weg, maar nooit zo druk dat het onaangenaam fietsen is.
Noord Portugal: hét land voor de fietser die de drukke wegen zat is.