Turkije 2004: Ayvalik-Selcuk-Bodrum-Dalaman
Fietsen in West-Turkije – hobbelen tussen disco's en moskeeën
tekst: Annemarie Verhallen
'Kunnen jullie het fietsen hier aanbevelen?' vragen landgenoten ons in Bodrum, een van de van Allah verlaten toeristenhopen langs de kust. We twijfelen. Zeker, het landschap is vaak schitterend, er is veel te zien, rustige wegen genoeg, niets te klagen over het weer. De keuken is fantastisch en aan eet- en drinkgelegenheid geen gebrek langs de weg. De bevolking is ongekend aardig en gastvrij en de zee… zo helder, precies zoals beloofd en getoond in de reclamefoldertjes.
Wat is het probleem dan? Tja, de Turken hebben zo hun eigen manier om wegen aan te leggen. Het wegdek bestaat uit grote, in het asfalt geplakte keitjes. Gezeten in de bus voel je de enorme buswielen vibreren over de keitjes, op de fiets wordt alles aan boord langzaam kapot getrild. Maar Turkije is een enorm groot land, misschien dat andere delen over fietsvriendelijker wegen beschikken. Turkije is in elk geval dermate charmant voor de tweewielige reiziger, dat we zeker nog eens een stukje gaan proberen.
Istanbul
We vliegen op Istanbul. De wegen rond de luchthaven zijn te druk voor de fiets, maar dat is geen probleem. Van de luchthaven vertrekken regelmatig bussen richting stad waar de fietsen gratis onderin gaan. Even wachten met de pedalen monteren dus. We halen net op tijd de laatste boot over de Marmariszee richting Bandirma. In mijn versgeleerde Turks bestel ik twee kaartjes voor de fiets, maar ik had net zo goed Spaans kunnen proberen, zo blijkt een minuut later. Een van de controleurs loopt met mij terug naar het kaartjeskantoor om de zaak alsnog in orde te maken.
Deze boot blijkt een gouden greep. Niet eens zozeer omdat hij ons hupsakee uit de drukte brengt, maar vooral omdat er wegenatlassen verkocht worden. 1:400.000 en een echt collectors-item. Andere reizigers die we onderweg ontmoeten zijn stinkend jaloers, en de wegen die er op staan bestaan ook nog! Eigenlijk willen we een stuk de trein nemen vanuit Bandirma, maar, zo leren we al snel: ‘Train iez kaput’ Een stukje de bus blijkt ook prima. De bussen zijn luxe, betrouwbaar en hebben grote laadruimten.
Ayvalik
We starten ons fietsavontuur in Ayvalik in pension Taksiyarhis, werkelijk een prachtig pension met terras met uitzicht op zee. Ongekend mooi en gunstig geprijsd. Een normale combinatie in dit land van melk en honing, zo merken we al spoedig. Het weggetje naar het pension toe is minstens 20 procent en ook dat is hier normaal. Dit is sowieso het land van de schone uitzichten. We rijden een wonderschoon dagtochtje over de schiereilanden met als besluit een terrasje met 360 graden uitzicht over de omringende baaien.
Bergama – 65 km
Vanaf Ayvalik kun je over de grote weg om de bergen heen rijden naar Bergama, maar dat is fout. Er loopt een prachtige oude weg over de berg heen ( pashoogte 750 m) waarvan het asfalt lekker glad is en het verkeer afwezig. Het weer is wat miezerig vandaag, dus na een uurtje fietsen lusten we best een koffietje. In Turkije moet je daar echter niet al te zeer op rekenen, want in Turkije drinkt men thee. Tenminste, de mannen drinken thee, de hele dag. De dames niet, die zijn aan het werk op het veld. Ik blijf dan ook maar even buiten wachten op mijn thee.
In de steile afdaling naar Bergama heb je een fantastisch uitzicht op de acropolis van de antieke stad Pergamon. De toegangsprijs is 10 miljoen lira, maar als je gaat lopen is het al jaren gratis, zo leren we van het internet en van iedereen die we spreken in Bergama. Het wandelpad komt namelijk niet langs het kaartjeskantoor (het passeert wel een hek met een groot gat erin). Overigens is wandelen naar boven altijd beter want boven op de acropolis is het stervensdruk en tijdens de wandeling door de ruines op de helling ontmoeten we niemand. Eén en al romantiek. De eigenaar van pension ‘Athena’ doet extra goed zijn best, omdat er een schrijver van een Franse reisgids logeert. In ónze reisgids staat dat vooral alleenreizende toeristes wel erg veel aandacht van hem krijgen, en aan zijn gedrag te merken weet hij dat nog niet. Maar verder absoluut geen kwaad woord over Athena. Het is heel gezellig en we krijgen een goede kamer met een enorm ontbijt.
Manisa – 108 km
We willen koste wat kost de wegen rond de grote havenstad Izmir omzeilen. Volgens ons verzamelde kaartenmateriaal is het mogelijk geheel over kleine wegen naar Manisa te fietsen. We zien echter geen richtingaanwijzers in de gewenste richting en diverse vriendelijke Turken die we de weg vragen vinden het zo’n absurd idee dat ze weigeren ons op weg te helpen. Er zijn allemaal bergen en bovendien, er lopen rovers met messen en geweren! Neem de grote weg nou maar. Er zit niets anders op en eigenlijk valt het eerste stuk erg mee. De weg is erg breed en daarom niet zo gezellig, maar het asfalt is glad en we hebben harde wind in de rug.
Naarmate we Izmir naderen wordt de situatie echter ongunstiger. Het verkeer wordt steeds zwaarder en het wegdek steeds slechter en de weg steeds smaller. Het stuk naar Menemen is eigenlijk doodeng. er zitten diepe en gladde sporen in het wegdek en de vrachtauto’s denderen vlak langs. Daarna gaan we linksaf, we kopen en eten een kilo kersen langs de weg en dan lopen we met flinke vaart het drukke Manisa binnen. Op onze wandeling door de stad willen we een avondcolaatje in de moskee-met-uitzicht drinken, maar we kunnen de hele trap naar de moskee niet vinden. Vernietigd door een projectontwikkelaar zo blijkt. Dan maar volgens aanwijzingen door de bouwput omhoog. Dit is toch een ander land dan Griekenland.
Salihli – 75 km
We vervolgen dezelfde weg naar Salihli. achteraf waarschijnlijk geen goede beslissing, want het is een karakterloze drukke weg. Waarschijnlijk is het mogelijk in hetzelfde dal noordelijk van het riviertje door kleine dorpjes te fietsen. We schieten wel lekker op zo, zodat we ruim de tijd hebben om onderweg de ruines van Sardes te bezoeken. We picknicken in het naastgelegen weitje langs de rivier. Een schoolklas is net klaar met eten. Drie keer komt een groepje kinderen heel lief koekjes of erik aanbieden. Erik is pruim die hier onrijp wordt gegeten. In het begin vinden we er niets aan, maar naarmate het warmer wordt, smaakt de erik steeds lekkerder fris bij de boterhammen met geitenkaas. Wanneer de kinderen klaar zijn met eten leggen ze hun enorme hoeveelheid afval volgens instructie tegen een antieke boom aan. ‘Laat niet als dank’ moeten ze hier nog leren op school, dat was ons allang duidelijk. We vragen ons af of nu de brand erin gaat, maar iedereen stapt tevreden in de bus.
Salihli is een gezellig stadje met allemaal eettentjes aan de rustige straat. Na het eten schuiven we een terrasje op voor een overheerlijk toetje. Smikkelen en smullen in Turkije! Langs de kant van de weg verkopen ze enorme struisvogeleieren. Zou zo’n consumptie wel goed zijn voor de cholesterol?
Ödemis – 56 km
De volgende ochtend ploeteren we recht tegen de berg omhoog. De bevolking kijkt verschrikt als we de weg vragen. ‘Er is een hele hoge berg daar, jullie kunnen meerijden!’ Ze kijken of we zwaar gestoord zijn wanneer we vriendelijk weigeren en een beetje gelijk hebben ze natuurlijk wel. De pas is net te steil voor het leuke. de uitzichten daarentegen zijn weer fenomenaal. We kopen halverwege de pas een liter frisdrank in een bergdorpje. ‘Willen jullie thee?’ Van nee zeggen kan geen sprake zijn, dus we drinken thee. Zoals gewoonlijk wordt een buurman ingeschakeld voor het produceren van de sierlijke glaasjes met sterke zoete thee. We hebben niet veel gemeenschappelijke woorden, maar onze gastheer weet toch over te brengen dat Christenen en Moslims allemaal gelijk zijn , we hebben immers dezelfde god? We zouden de laatste zijn om dat te ontkennen. Wat is het altijd gezellig in van die kleine bergdorpjes. Na een bloedstollende afdaling maken we een zij-uitstapje naar Birgi met de traditionele houten huisjes. Is er een hotel? ‘No, there is no hotel. Well, there is a hotel, but you won’t like it.’ Oké, ik begrijp het, we rijden al door naar ödemis. Daar krijgen we een mooie kamer boven de disco. Om half tien, wanneer we een biertje nuttigen op ons dreunende balkonnetje probeert de moskee te disco te overstemmen. We besluiten dat de moskee misschien minder erg is dan de disco, maar in samenwerking doen ze alle decibellen exploderen! Er is echter geen enkele reden tot paniek. Dit is Antalya niet, om 23:00 uur stipt gaat de knop om en heerst er rust in de provincie. Tot 5:30 uur uiteraard, tijd voor het ochtendgebed!
Selcuk – 83 km
Vandaag is er niks mis met de weg. We slingeren over keurig asfalt tussen de dorpjes en de heuveltjes door. De harde westenwind steekt pas de laatste kilometers op. In Selcuk zien we de eerste tapijtenverkopers, voorlopers van een enorme toeristenindustrie. Vlakbij Selcuk vinden we op camping Dereli een beeldschoon hutje op het palmenstrand. 36 euro zegt de baas. Dat moet hij even voor mij herhalen, we rekenen al een week in miljoenen lira. Wanneer we dat wel een beetje duur vinden krijgen we korting: 60 miljoen lira is ook goed. Het duurt een paar dagen voor we definitief besloten hebben dat het geen trucje was, maar dat we daadwerkelijk korting hebben gekregen.
Hè hè, lekker plat op de beach, net Thailand. Er is hier zelfs een mooi fietspad tussen het strand en de wereldberoemde ruïnes van Efese! Je kunt trouwens overal rustig je fiets parkeren bij de ruines, dit is werkelijk een erg veilig land.
Didyma – 96 km
De harde wind groeit aan tot een heuse noordwesterstorm. We hebben een schitterende weg vandaag langs de ruines van Priene, Milet en Didyma. Iedere ruine heeft zijn unieke charme en de storm komt óf van opzij óf van achter. Verkeer is er bijna niet. In Didyma informeren we eerst naar de boot naar Bodrum. Oeps, die gaat overmorgen pas. Didyma is geen plek om lang te blijven. Volledig verpest door massatoerisme uit Engeland. Na een voor dit land ongekend vieze en dure maaltijd besluit we toch maar (binnendoor) naar Bodrum te fietsen.
Kiyikislacik – 54 km
Fietsen naar Bodrum valt inderdaad niet mee. Eerst een vervuilde woestenij, dan een ooit prachtige baai, volledig verpest door ongecontroleerde bouw. De hellingen zijn overdekt met spookflats zonder ramen. In Turkije ga je pas belasting betalen over onroerend goed wanneer het klaar is, er is dus erg veel niet klaar. Dan gaan we de berg op, bossen en dorpen. Landschappelijk zeer aantrekkelijk, maar veel te steil. Lopen naar boven en vol in de remmen naar beneden, dat schiet niet op. De leuke dorpjes onderweg maken veel goed. We beëindigen de dag in het charmante vissersdorpje Kiyikislacik met eigen antieke ruines, half verdronken. We zwemmen een rondje in het kristalheldere water rond de ruines en sluiten de dag af in een van de uitstekende visrestaurants. Eerst een tafel vol met mezes en sla en dan plons-verse vis. Wat kan de vermoeide fietser toch lekker eten, wie maakt zich hier druk om de slanke lijn?
Datca – 71 km
Het laatste stuk naar Bodrum valt weer mee. Wel druk, maar voortdurend mooi uitzicht over de zee, zo blauw. Het is ook mooi afdalen naar Bodrum met uitzicht op het (enigszins truttig gerestaureerde) kasteel. Bodrum is druk met toeristen, maar de sfeer is hier eindeloos veel prettiger dan in Didyma. Hier vertrekken wél hopen boten en we kunnen lekker dezelfde middag weer verder met de boot naar Datca.
Eerst een biertje aan de haven, een rondje door de stad met een luxe wafel met ijs (mmm, dat hebben ze in die kleine dorpjes weer niet). En een vluchtje terug boeken vanaf Dalaman naar Istanbul. Eén en al efficiëntie. Er gaan drie vluchten per dag en er is op allemaal nog plek. We krijgen direct de tickets en de fietsen kunnen ook mee, geen probleem. Iedere binnenlandse vlucht kost 129 euro. Omdat we de boot van 17:00 uur hebben is het al bijna donker wanneer we op het schiereiland ten noorden van Datca worden afgezet. Helemaal geen punt, want precies op deze plek is het schiereiland bijna plat, dus we fietsen vliegensvlug naar de andere kant.
Het schiereiland van Datca is heel bergachtig en dus ook heel mooi. Gelukkig heeft de Turkse overheid het licht gezien en een bouwstop over het hele schiereiland afgekondigd. Een relaxed fietstochtje naar een naastgelegen strandje blijkt een expeditie over een pas van 450 meter en na het zwemmen moeten we dezelfde helling weer terug natuurlijk. Evengoed is het toch de moeite waard, wat een natuurschoon hier. Maar de volgende keer gaan we net als iedereen met de boot.
Akyaka – 77 km + 25 km dolmus
Na veel geluier en de nodige ontdekkingsreizen slepen we de fietsen over het strand richting Marmaris. De campingbaas kan het niet geloven. 'Gaan jullie naar Marmaris? Haha! Met de fiets?? Hahaha!' Zo'n reactie in combinatie met de ervaringen in het recente verleden geeft te denken over de berijdbaarheid van de weg. Mijn angst blijkt echter ongegrond. Er is hard gewerkt aan de weg. Daar wordt zo'n weg niet mooier van, maar wel een stuk minder steil. Evengoed valt er nog een hoop te genieten onderweg en er is lekker weinig verkeer. Wanneer we alsnog in een bloedstollende afdaling terechtkomen, ga ik halverwege eens stevig in de remmen hangen, geen idee waarom. Wat is dat sissende geluid? Ik rem alle vaart eruit en mijn achterband staat direct volledig plat. Dankjewel beschermengel!
In Marmaris is goede raad duur. De weg die we moeten hebben is te steil, te smal, teveel verkeer, harde tegenwind, en van dat rottige asfalt. We capituleren in de vorm van een minibusje, een dolmus. In Turkije doet men niet moeilijk dus na het verwijderen van de nodige onderdelen passen de fietsen best achterin de dolmus. Na 25 km worden we er volgens afspraak in vliegende vaart weer uitgegooid. Minus één achtertas van Peter, zo blijkt iets te laat! Peter zet de achtervolging in met een tweede dolmus en weet zowaar de tas te achterhalen. Drie kwartier later is hij weer terug. Tsss. Die mensen hier, altijd bereid een fietser in nood te helpen!
We huren een kamer in een met Duitse marken gefinancierd hotel. De eigenaar had vroeger, in Duitsland, allerlei gruwelijke kwalen, maar is nu de gezondheid zelve. Hij raadt ons aan óók voor een kwartje een kasteel te kopen hier. Het is inderdaad een goddelijk mooi plaatsje en de huizenprijzen zijn bespottelijk laag. Ook hier is een bouwstop afgekondigd. Er is bovendien een gemeentelijke verordening dat alleen in Ottomaanse stijl gebouwd mag worden. Net Zwitserland!
Dalyan – 61 km
Een makkelijk fietstochtje brengt ons naar Dalyan, waar we voor een zacht prijsje in pension Cinar Sahil een prachtige kamer krijgen met een superontbijt met uitzicht op de rivier en de hooggelegen rotsgraven. Het mooiste ontbijt ter wereld zeg ik tegen de baas. Hij kijkt of hij de graven zelf heeft uitgehakt. Je kunt naar de rotsgraven toe klimmen, maar de trap zijn ze nog vergeten. Niet voor naaldhakken!
Op een nabijgelegen strand komen de zeeschildpadden 's nachts eieren leggen. Kortgeleden is met een wereldwijde actie massale hotelbouw op het strand tegengehouden. Vanuit Dalyan varen daarom nu dagelijks zo'n slordige tweehonderd boten met toeristen naar het strand, zodat de schildpadden alsnog voor euro's ingeruild worden…
Dalaman – 50 km
Ons laatste dagje aan de kust. We vliegen laat, dus we kunnen nog even een strandje pikken. Toch maar een strandje niet al te ver van de luchthaven in verband met de gemoedsrust. De kaarten zijn wat vaag, maar het blijkt dat we vanaf dit strand, Osmaniye, binnendoor kunnen steken naar de luchthaven van Dalaman. Tot drie keer toe wordt ons gevraagd of we met die fietsen echt naar Istanbul willen. Maar, zoals al eerder opgemerkt, er is nooit een probleem. Turken doen niet moeilijk.
Nawoord voor fietsende dames
Wat trekt een vrouw aan op de fiets in Turkije? Van de autochtone dames moet je het niet hebben voor advies. In bijna drie weken Turkije hebben we er welgeteld één gespot. Ik ben begonnen met een kuitbroek over mijn fietsbroek heen. Zodra het wat warmer werd was dit geen optie meer en heb ik de fietsbroek ingeruild voor een gewone slip. Gezien de toestand van de wegen was dit geen succes. Bovendien begon de kuitbroek erg aan mijn bovenbenen te plakken toen nog warmer werd. Erg vervelend met al die steile heuveltjes. Ik houd graag rekening met de plaatselijke mores als het om kleding gaat, maar op een gegeven moment werd de Islamitische overgevoeligheid voor blote vrouwenknieën overtroffen door overgevoeligheid van mijn bips. Kortom ik ben gewoon in mijn fietsbroek gaan fietsen. Wij waren op dat moment in toeristische zone, maar zodra je een paar kilometer buiten het toeristencentrum bent merk je daar weinig meer van. Ik voelde mij toch een beetje te bloot als we bijvoorbeeld even een winkel binnengingen en volgens Peter werd er meer getoeterd. Uiteindelijk heb ik nog geen goede oplossing gevonden voor dit probleem. Wie van mijn fietsende zusters heeft kledingadvies voor Islamitische landen? Ik hoor het graag!