Skip to content 
fietsreizen
Fietsen langs de voormalige Zuiderzee, 2017-2018

Zuiderzeeroute: fietsen rond het IJsselmeer

Een van de populairste Nederlandse fietsroutes is het "rondje IJsselmeer", en dat is niet verbazingwekkend. Het is namelijk een prachtroute door een super-Hollands (en super-Fries) weidelandschap, afgewisseld met prachtige stadjes en dorpen. Echte wielrenners rijden in één lange dag de ronde van algauw 300 km (via de Noordoost- en Flevopolder), maar wij deden het rustiger aan. In twee dagen fietsten we vanuit Utrecht tot Makkum in Friesland, en later vervolgden we de Zuiderzeeroute langs de Friese IJsselmeerkust en de Randmeren. De totale afstand van de Zuiderzeeroute bedraagt zo'n 410 km, en de route is beschreven in een handig gidsje.

Vanuit Utrecht fietsen we fraai langs de Vecht naar Nieuwersluis en dan naar Amsterdam-Zuidoost, waar je zonder gps gegarandeerd verdwaalt tussen de talloze multiculturele woonblokken en uitgestrekte plantsoenen. Netjes aangeharkt is het er wel tegenwoordig, bepaald geen Franse banlieu. We missen de afslag naar IJburg en rijden door de oostelijke stadsdelen, tot we op de Zuiderzeeweg het eerste uitzicht op het IJsselmeer hebben, de bordjes Zuiderzeeroute LF21a volgend.

Van Amsterdam naar Hoorn

Zodra we de brug over het IJ gepasseerd zijn, fietsen we door een oerhollands, waterrijk polderlandschap met smalle weggetjes en uitzicht op de kerktoren van Ransdorp in de verte. Het fietspontje van Holysloot zet ons af langs een weiland, waar we via een paar bruggetjes met fietsgoot doorheen moeten lopen. Opgelet: het pontje heeft beperkte vaartijden.

Monnickendam is een gezellige plaats met vissershuizen en visnetten langs de kade; het is hier veel rustiger dan in Volendam, een paar kilometer verderop, waar een uitzinnig pandemonium heerst. De dorpsjeugd gaat zich op deze vrijdagmiddag na school en werk in de kroegen langs de haven te buiten aan alcoholisch kabaal, terwijl Chinese en Japanse toeristen en masse de souvenirshops belegeren. Snel verder dus langs de dijk richting Edam, dat iets landinwaarts ligt en ondanks de internationale kaasreputatie verrassend rustig is. Tussen Edam en Hoorn rijden we door een prachtig, verstild polderlandschap, met rechts de dijk en links uitzicht op boerderijen, weilanden en molens. Hollandser kan het niet worden. De avond valt en we vinden onderdak op de prima camping 't Venhop, vlak voor Hoorn.

Van Hoorn naar Makkum

Het marktplein in Hoorn wordt beheerst door het standbeeld van VOC-coryfee Jan Pieterszoon Coen ("Dispereert niet"), inmiddels zo omstreden dat de gemeente met een verklarende tekst op de sokkel de kou uit de lucht heeft willen halen: "Volgens critici verdient Coens gewelddadige handelspolitiek in de Indische archipel geen eerbetoon." Die woorden zullen nog vast nog wat aangescherpt worden, naarmate Coen meer in het verdomhoekje van de koloniale geschiedenis belandt.

De watersportmetropool Enkhuizen is het hoogtepunt van dit Noord-Hollandse traject: een prachtig bewaard gebleven havenstad, met de bekende Drommedaris als opvallendste gebouw. Kijk vooral even rond bij de haven, waar altijd wel een paar bijzondere schepen aangemeerd liggen. We bewonderen er een historische driemaster uit St.-Petersburg.

Een twintigtal kilometers verderop mag je iets ten noorden van Medemblik het prachtige gemaal Lely niet missen. Het is in 1930 in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid gebouwd om de Wieringemeerpolder droog te malen, als onderdeel van de Zuiderzeewerken, en doet nog steeds dienst. Het opvallende ontwerp is van architect Dirk Roosenburg, die vast en zeker geïnspireerd werd door Dudoks Hilversumse stadhuis uit 1924, dat in dezelfde rechtlijnige stijl is gebouwd.

Het is nog een eind fietsen naar de Afsluitdijk, over een lange, rechte, eigenlijk best saaie weg langs de dijk van de Wieringermeerpolder, maar uiteindelijk bereiken we Den Oever met zijn prachtige korenmolen. Daar maken we ons op voor de nog langere en nog rechtere tocht over de Afsluitdijk, ruim 30 km lang. We treffen een fietser die ontmoedigd terugkeert van de dijk, volgens hem is het er een helse toestand door de vele muggen. Inderdaad worden we met enorme zwermen vlak boven onze hoofden geconfronteerd, maar de muggen houden zich verder koest en we bereiken zonder steekincidenten of harde tegenwind de Friese overkant.
Let op: tot 1 april 2022 kun je niet over de Afsluitdijk fietsen; de dijk wordt ingrijpend vernieuwd. Er is vervangend busvervoer, ook voor de fiets.

Friesland

Het watersportgebeuren in en rond het nietige Makkum is ongeëvenaard. Duits is hier zo'n beetje de voertaal en op de overvolle camping hebben zich duizenden zeil- en surfliefhebbers verzameld. Als fietsers vallen we hier behoorlijk uit de toon. Het Makkumer strand is schitterend wit, met uitzicht op honderden zwanen, die in lange colonnes het meer op zwemmen. In de historische dorpskern zijn diverse eetgelegenheden; we eten prima bij It Posthûs, waar ze zich door de drukte niet gek laten maken.
Ons plan om de volgende dag langs de IJsselmeeroever naar NS-station Steenwijk te fietsen, valt in het water door spoorwerkzaamheden. De route naar Heerenveen via Bolsward, Sneek en Landweer door het Friese landschap, dat veel minder kaal is dan Noord-Holland aan de overkant van de Afsluitdijk , blijkt een mooi alternatief.

Van Makkum naar Oudemirdum

In de zomer van 2018 vervolgen we de Zuiderzeeroute tijdens het hoogtepunt van een juli-hittegolf langs de Friese oever van het IJsselmeer, na een aanlooproute vanuit Leeuwarden via Easterwierrum en Bolsward, een van de Friese elf steden. Bolsward is een gezellig plaatsje, doorsneden door stadsgrachten, en heeft een fraai 17e-eeuws stadhuis in rococostijl. Opvallend is de ruïne met glazen overkapping van de middeleeuwse Broerekerk, die in 1980 door brand in de as werd gelegd. Alleen de geblakerde buitenmuren staan nog overeind.

De aanlooproute naar Makkum voert voor het overige door een weids, vrijwel boomloos landschap, dat door talloze lukraak geplaatste windmolens enorm wordt ontsierd. Langs de kust staan ze tenminste nog netjes op rij. Na Makkum, waar we de Zuiderzeeroute weer oppakken, rijden we een tijdlang achter de IJsselmeerdijk en bereiken na een kilometer of twintig het superpittoreske stadje Hindeloopen.

Al in 1225 kreeg Elfstedenstad Hindeloopen stadsrechten en ooit was het een rijke handelsplaats, vanwaar de schippers naar de Oostzee voeren om jenever en wol te lossen en hout en graan te laden. Statige schippershuizen herinneren nog aan die bloeitijd in de 17e en 18e eeuw. Nu wonen er nog geen duizend mensen in Hindeloopen, maar dankzij de grote jachthaven en de tourbussen is het er een (vooral buitenlandse) drukte van belang.

Zo'n tien kilometer lang fietsen we grotendeels achter de door schapen bevolkte IJsselmeerdijk — de route mag dan vaak vlak langs de oever van het IJsselmeer lopen, dat betekent nog niet dat je ook zicht op het water hebt. De volgende halteplaats is Stavoren, een roemrijke Hanzestad die in de middeleeuwen Amsterdam van graan uit het Oostzeegebied voorzag en daar steenrijk mee werd. De haven verzandde en de bekende legende van Het Vrouwtje van Stavoren verhaalt daarover.

In de haven stuiten we op het beeldje dat de legende levend houdt en aan de verzanding van de haven herinnert. Het hele verhaal wordt in vijf talen op even zoveel plakkaten op de sokkel van het beeldje uitvoerig verteld. Stavorens verleden mag dan roemrucht zijn, het stadje is minder pittoresk dan Hindeloopen en heeft een foeilelijk havenhoofd met een bizarre visfontein. Vanuit Stavoren kun je verschillende kanten op: er rijdt een trein naar Leeuwarden en 's zomers vaart een veerboot een paar keer per dag naar Enkhuizen aan de overkant van het IJsselmeer (fietsen kunnen mee). De plaatselijke COOP-supermarkt is geheel op de pleziervaart ingericht, je kunt er gewoon met je bootje voor de ingang aanleggen.

Als we vlak na Stavoren oostwaarts langs de IJsselmeeroever fietsen, verandert het landschap vrij drastisch. Geen vlakke groene weiden meer, maar glooiende graan- en maisvelden, afgewisseld door bos, en lage kliffen aan de IJsselmeerzijde. We zijn in Gaasterland, dat wel iets weg heeft van de Duitse Oostzeekust, ook zo'n door IJstijdmorenen gevormd gebied. Op de zand- en keileemgronden heeft de droogte die de zomer van 2018 teistert behoorlijk toegeslagen, een apart gezicht in het verder zo groene Friesland. Een kort klimmetje brengt ons op het Rode Klif, dat uit rode, ijzerrijke keileem bestaat. Hier herdenken de Friezen jaarlijks in het laatste weekend van september de Slag bij Stavoren (1345), en daarmee hun strijd voor eigen taal en cultuur, onder het motto "Leaver dea as slaef", zoals op de grote zwerfkei op het klif te lezen staat. Vanaf het Rode Klif hebben we ondanks de geringe hoogte een panoramisch uitzicht over de omgeving. Iets verderop bij het Mirnser Klif is een prachtig strandje waar spectaculair gekitesurft wordt, met daarachter camping De Braamberg, maar die lijkt vol en daarom fietsen we door naar de ruime boerderijcamping Groen bij Oudemirnum.

Van Oudemirdum naar Nunspeet

Het is nog maar een klein stukje fietsen naar de drukke watersportplaats Lemmer, waar je kunt kiezen om door de Noordoostpolder de IJsselmeeroever te blijven volgen of de LF22 langs de voormalige Zuiderzee aan te houden. We gaan voor het laatste en nemen in Ossenzijl het fietspad dat dwars door het laagveen van de Weerribben naar Kalenberg voert. De huizen langs het 6 km lange fietspad zijn alleen per fiets en boot bereikbaar; de meeste lijken in gebruik als vakantiehuis.

We hobbelen via tientallen bruggetjes over het smalle pad naar het gehucht Nederland, waarvan het plaatsnaambord regelmatig gejat schijnt te worden. Er zijn in deze streek wel meer merkwaardige plaatsnamen, Muggenbeet bijvoorbeeld; die naam is een verbastering van het Oud-Saksische mücken beecke, dat 'kleine beek' betekent.
De hittegolf is inmiddels tot een bloedheet hoogtepunt gekomen; in Blokzijl, een van de vele plaatsen langs de route die door een (plezier)haven gedomineerd worden, noteren we 36 graden in de schaduw op de thermometer. Een broodje haring en blikjes cola moeten redding brengen tegen de opkomende flauwte (aan het eind van de dag blijken we ieder zo'n 5 liter te hebben gedronken, nog altijd niet genoeg). Door de weilanden gaat het naar Zwartsluis en Genemuiden, vanouds bolwerken van de Bible Belt. Het centrum van Genemuiden telt zeker vijf protestantse kerken, waarvan een met 1800 zitplaatsen. De veerpont over het Zwarte Water tussen Zwartsluis en Genemuiden vaart gelukkig voor de vele fietsers en wandelaars tegenwoordig wel op zondag.
Al snel passeren we in Kampen, een plaats met opvallend voorname gebouwen, de IJssel en over de dijk langs het Drontermeer fietsen we via Elburg naar Nunspeet, aan de rand van de Veluwe.

Van Nunspeet naar Amsterdam

De laatste etappe voert grotendeels weer vlak langs de oever van het IJsselmeer, of liever gezegd langs de Randmeren die het oude en het nieuwe land van elkaar scheiden. Na het toeristische geweld in Harderwijk met zijn Dolfinarium en mooie stadstrand fietsen we zo'n 10 km vlak langs de autosnelweg A28, langs diverse stranden met grote parkeerplaatsen, en dit is dan ook zeker niet het mooiste deel van de hele Zuiderzeeroute. Ook het lange, rechte traject over de dijk langs het Nuldernauwe en Nijkerkernauw is niet echt boeiend, maar wel strak geasfalteerd en dankzij een strakke rugwind kunnen we hier flink vaart maken. De lepelaars in de polder zorgen voor wat afwisseling met hun opvallende fouragegedrag.

De voormalige vissersplaats Spakenburg, bekend van de viskramen (De Graaf, Koelewijn, Muys) in het hele land, heeft weer het nodige te bieden met de botters in de haven en de gezellige cafés daaromheen. Tot voor kort liepen de vrouwen hier nog volop in klederdracht, maar dat is nu zeldzaam. Er vindt een groot volksfeest met zangkoren en hevig rokende barbecues plaats, en het kost ons de nodige moeite door de massa heen te dringen. Zo op het oog zijn de meeste bezoekers met de e-bike gekomen, het hele dorp staat er vol mee.

De veerpont over de Eem is een belangrijke schakel in de Zuiderzeeroute, maar vaart alleens 's zomers de hele dag en sowieso niet op zondag (dan moet je enorm omrijden via Eembrugge). Voor €25 kun je bij de veerbaas een pondje paling kopen. De overtocht brengt ons in de Eempolder, een uitgestrekte, opvallend boomloze vlakte, waar de wind vrij spel heeft. Na Huizen, met bijzondere moderne architectuur langs de meeroever, laveren we via de uitlopers van de Utrechtse heuvelrug door een zanderig dennenbos naar Naarden, beroemd vanwege de volmaakte stervormige vesting, die zich eigenlijk het best vanuit de lucht laat bewonderen. Wat dat betreft is het gunstig dat Naarden vlak onder een aanvliegroute voor Schiphol ligt.

Muiden is het laatste van de vele haven- en vestingstadjes die we op de Zuiderzeeroute gepasseerd zijn. Het dankt zijn bekendheid vooral aan het befaamde Muiderslot, dat er met zijn kantelen en torentjes als het perfecte, door ridders en jonkvrouwen bevolkte kasteel uitziet — het is ook echt middeleeuws, al is het in de loop der eeuwen wel een paar keer fors gerestaureerd.

De grote stad Amsterdam is na Muiden niet ver meer, en als je toevallig richting Centraal Station wilt, is het aan te raden een route over IJburg en het Java-eiland te kiezen om met eigen ogen de geslaagde resultaten van de uitgebreide stadsvernieuwing in dit gebied te bekijken. Denk niet dat het hier goedkoop is; de stadsvilla's in IJburg zonder tuin maar met eigen aanlegsteiger voor een boottochtje over het IJsselmeer verwisselen inmiddels voor bijna een miljoen euro van eigenaar.

Gefietste route

Etappe Km
(Utrecht –) Amsterdam – Hoorn (Camping 't Venhop) (102) 49
Hoorn – Makkum (Camping De Holle Poarte) 112
(Makkum – Heerenveen) (56)
(Leeuwarden – Makkum) (42)
Makkum – Oudemirnum (Kampeerboerderij Groen) 41
Oudemirnum – Nunspeet 113
Nunspeet – Amsterdam 99
Totaal Zuiderzeeroute 410 km