Zwitserland 2005 

Fietsen in Zwitserland: van Basel via de Gotthardpas naar Chiasso
Een oversteek van de Alpen via een van de klassieke pasroutes zal vele fietsers aantrekkelijk in de oren klinken: van het noordelijke heuvelland via het Vierwoudstedenmeer over de Gotthardpas naar het Mediterrane Meer van Lugano. Maar hoe zit het dan met het massale autoverkeer dat zich via dezelfde smalle doorgang een weg naar het zonnige zuiden baant?

Basel
Geen nood, de routemakers van Veloland Schweiz hebben vrijwel overal rustige fietspaden gevonden zodat het rijden van deze fietsroute nr. 3 ondanks de nabije drukte een waar genoegen is. We beginnen onze tocht op de camping in het Duitse Lörrach, vanwaar een fietspad langs een kanaal over de Zwitserse grens voert, de stad Basel in. De bewegwijzering is uitstekend, totdat we na Basel opeens naar de stad teruggestuurd worden. Een onverlaat heeft de routepaal een halve slag gedraaid, zo blijkt na grondige bestudering van het routeboekje.

De Jura
Zo'n 30 km na Basel begint de vrijwel verkeersvrije weg serieus te klimmen, in de aanloop naar Schafmatt (812 m), het hoogste punt van onze Jura-passage. We kronkelen door een groen landschap vol fruitbomen en met her en der boerderijen. Vlak voor de top moeten we stevig op de pedalen; achteraf moeten we constateren dat deze beklimming korter, maar ook steiler was dan de Gotthardpas over de Alpen, ook al zijn de bergen hier afgeplat, zonder markante toppen.

Na een mooie afdaling, waarbij we voor het eerst de besneeuwde Alpentoppen in de verte zien, passeren we Aarau, waar de plaatselijke Migros goed is voor een grote zak Basler Leckerli, onbetwist het lekkerste koekje ter wereld. Door het vlakke Suhrental rijden we in straf tempo ruim 15 km lang over een onverharde weg richting Sempachersee, waar diverse campings zijn. In deze streek tussen Jura en Alpen bepalen lage heuvels het landschap, en daar zijn we blij mee, want zo kunnen we moeiteloos de laatste kilometers afleggen. Na een etappe van ruim 100 km slaan we bij het dorpje Nottwil ons kamp op.

Het Vierwoudstedenmeer
In Luzern verbazen we ons over de vele fietsen, en nog meer over de fietsenrekken vol kostbare mountainbikes die met een simpel kabelslotje voor het treinstation geparkeerd staan. Diefstal is kennelijk zeldzaam, maar toch houden we onze hybrides in de gaten als we op een terras met uitzicht op de beroemde overdekte Kapellbrücke, van cappuccino met appelgebak genieten. Het is de moeite waard de Kapellbrücke even op te lopen vanwege de fraaie schilderingen onder het dak.

Nu we langs het Vierwoudstedenmeer fietsen, zien we dat de drieduizenders van de Alpen opeens heel dichtbij zijn. Toch blijft de weg tamelijk vlak, wat we gezien de temperatuur bepaald niet betreuren. In Stans wijst het kwik 34 gaden aan, onder een staalblauwe hemel.
Omdat de weg langs de zuidelijke oever doodloopt – alleen voor auto's is er de 9 km lange Seelisbergtunnel richting Gotthard – moeten fietsers de veerpont van Beckenried naar Gersau nemen, die gelukkig 's zomers regelmatig vaart. De overtocht is zeker de moeite waard vanwege de schitterende uitzichten op de hoge bergen die het meer insluiten.

Axenstrasse
Na Brunnen volgt de beroemde Axenstrasse, een weg die na de aanleg in 1865 als een van de mooiste van Europa betiteld werd omdat de weg zo fraai in de rotsen ingebed lag en met gebruikmaking van plaatselijke materialen (steen) gebouwd was. Inmiddels zijn er metalen vangrails en de galerieën zijn vervangen door tunnels, maar enkele stukjes van de oude weg bestaan nog en zijn alleen voor fietsers en wandelaars toegankelijk. Ons routeboekje noemt de hoofdweg "zeer gevaarlijk", maar dat valt mee, want ook hier is langs vrijwel de gehele, inderdaad drukke weg een fietsstrook aangelegd.

Het Urnertal
Ook na het Vierwoudstedenmeer blijft de weg nog lang vrijwel vlak. Wel wordt het dal steeds nauwer, en voor ons zien we enorme bergreuzen oprijzen. Over stille fietspaden bereiken we Amsteg op 526 m, waar de klim naar de Gotthardpas begint. De trein moet in dit dal bij Gurtnellen en Wassen zijn toevlucht nemen tot keertunnels om voldoende hoogte te winnen en ook wij worden direct met forse stijgingen geconfronteerd. De fietsroute naar Andermatt op 1450 m voert grotendeels over de oude Gotthardweg, die nu hoofdzakelijk door motoren bereden wordt. Het autoverkeer volgt de snelweg, die in dit smalle, steile dal voortdurend zichtbaar is.

Andermatt
Na Göschenen wordt het onaangenaam druk op de weg door de vele auto's met toeristen die de voorkeur geven aan de pas boven de tunnel; we fietsen tamelijk steil omhoog door enkele galerijen, in lawaai en stank. Over de Teufelsbrücke passeren we de Schöllenenschlucht; door de bouw van deze brug, die oorspronkelijk uit de 13 eeuw dateert, werd de weg naar het zuiden geopend en werd de Gotthardroute de belangrijkste verbindingsweg met het Middellandse Zeegebied (let op: deze passage is tot 2019 afgesloten voor fietsers; alternatief vervoer wordt aangeboden. Na een korte tunnel opent zich een breed dal en rijden we Andermatt binnen. De eerste helft van de Gotthard-klim zit erop.

Schlafen im Stroh
We hebben het adres van een boerenstal waar je "in het stro" zou kunnen slapen. Na enig rondvragen komen we bij de eigenares in het dorp, die ons vertelt dat haar man, die voor de gasten zorgt, niet aanwezig is, maar we mogen zelf kijken of we het wat vinden, de deur is open. We treffen een prima slaapplek boven een paardenstal aan, compleet met een douche en zelfs een espressomachine in de "ontbijtzaal".Een dikke laag stro zorgt voor het nodige comfort onder de slaapzakken. Er zijn in Zwitserland inmiddels ruim 200 boeren bij de organisatie Agrotourismus Schweiz aangesloten; voor ca. € 40 per persoon, inclusief ontbijt, kun je comfortabel slapen en krijg je tegelijk een beeld van het Zwitserse boerenbedrijf.

De Gotthardpas
Door een alpien landschap met steeds hogere sneeuwmuren langs de weg – de pas is nog maar een week open – klimmen we naar de Gotthardpas. Het laatste gedeelte tot aan de pashoogte is geheel autovrij; de oude weg met kinderhoofdjes wordt voor fietsers (met dikke banden!) en wandelaars onderhouden.

Op de pashoogte op bijna 2100 m is het een drukte van belang; honderden toeristen genieten in de felle zon van het uitzicht op de besneeuwde bergen. In de 18e eeuw trokken jaarlijks circa 16.000 kooplui, bedevaartgangers, soldaten en arbeiders over de pas; we vermoeden dat dit aantal tegenwoordig gemakkelijk op een dag gehaald wordt.

Val Tremola
De afdaling van de pas door het Val Tremola is schitterend; we rijden over de kinderkopjes van de met een slagboom afgesloten oude weg via 37 haarspeldbochten hobbelend omlaag. Aan de overkant van het dal zien we de drukke autoweg, beschermd door talrijke galerijen.
In Airolo belanden we weer op de autoweg, maar er is relatief weinig verkeer omdat de automobilisten hier de autosnelweg verkiezen. Als snel rijden we tussen de tamme kastanjes van het Italiaanstalige Valle Leventina, van oudsher een druk bereisd, smal dal, waar autosnelweg, spoorweg, kantonale weg en fietspad (!) zoveel ruimte opeisen dat er soms nauwelijks plaats op de dalbodem overblijft.

Het mediterrane Tessin
Tot aan Biasca daalt de weg behoorlijk, terwijl de warme zuidenwind in kracht toeneemt, zodat we af en toe een paar tandjes terug moeten schakelen. We passeren enkele pittoreske dorpen met huizen en kerkjes die uit ruwe granieten stenen opgebouwd zijn, een heel andere aanblik dan de keurig gepleisterde huizen aan de noordkant van de Alpen. De eerste palmen verschijnen.
Er wacht ons nog één pas: de Monte Ceneri (554 m), die de verbinding vormt tussen het dal waarin Bellinzona, de hoofdstad van Tessin, en het Lago Maggiore liggen en het Meer van Lugano. We klimmen 350 m over een opvallend brede weg met opvallend weinig auto's; vrijwel al het verkeer gaat door de tunnel die in de jaren '80 in gebruik is genomen.

Het meer van Lugano
We laten de stad Lugano links liggen en volgen de bochtige, steile oever van het Meer van Lugano, met uitzicht op villa's van de rijken en zeer rijken, zonder uitzondering opgeluisterd met prachtige tuinen vol exotische planten en bloemen. Bijzonder fraai is het traject bij Morcote, dat volgens de reisgids in het hoogseizoen een heksenketel is. Nu, eind mei, staat er slechts een enkele toeristenbus. We laten het meer achter ons en rijden de laatste kilometers van de noord-zuidroute door een ietwat rommelig, tamelijk dichtbevolkt gebied. Via Mendrisio bereiken we het station van de grensplaats Chiasso, waar de trein ons terugbrengt naar Basel.
Gefietste etappes
Etappe | Afstand* | Stijging |
---|---|---|
1. Lörrach (D) – Sursee (Zw.) | 100 km | |
2. Sursee – Brunnen | 69 km | 170 m |
3. Brunnen - Andermatt | 56 km | 1180 m |
4. Andermatt – Bellinzona | 89 km | 804 m |
5. Bellinzona - Melano | 74 km | 560 m |
6. Melano - Chiasso | 32 km | 190 m |
totaal | 420 km |
*Inclusief omwegen voor boodschappen etc.
