Skip to content 
meer
Van het Zwitserse Locarno tot het Italiaanse Verbania en Stresa

Lago Maggiore: Schilderachtige oevers en exotische tuinen

Het Lago Maggiore is verreweg het grootste van de meren in de streek van de Zwitsers-Italiaanse meren. Het ligt voor een klein gedeelte in het Zwitserse kanton Ticino (Tessin), met Locarno en Ascona als grootste toeristencentra. Verderop vind je langs de Italiaanse westoever bekende vakantieplaatsen als Verbania en Stresa, vol fraaie villa's en subtropisch groen. Volg je deze route met de auto, neem dan ruim de tijd, want de ruim 70 kilometers via de mooie, maar drukke en bochtige weg tussen Locarno en Arona kosten zeker anderhalf tot twee uur.

Tenero en Locarno

Aan de noordkant van het meer liggen bij de plaats Tenero een vijftal luxe campings, stuk voor stuk met een zandstrandje en prachtige vergezichten over het water. Via een mooi fietspad langs de oever fiets je in een kwartier naar Locarno, waar op de boulevard de ene Porsche na de andere Lamborghini de aandacht probeert te trekken. Voor het echte mondaine leven moet je naar Ascona, een paar minuten met de auto verderop, dat een nog Italiaanser sfeer ademt dan Locarno en hét grote verblijfscentrum langs de Zwitserse oever is.

Wandeling boven Locarno

Om een goede indruk van deze kant van het meer te krijgen, kun je van Locarno naar Contra wandelen via Orselina en Brione s/ Minusio. De route is bewegwijzerd en loopt door de kastanjebossen, waarbij een ontmoeting met de ongevaarlijke esculaapslang niet uitgesloten is. Alleen al de prachtige uitzichten op het meer en de delta die de rivier de Maggia heeft gevormd, maken de tocht de moeite waard, naast natuurlijk de villa's en tuinen van de rijken en zeer rijken die hier hun toevlucht hebben gezocht. Veel huizen zijn overigens in bezit van Zwitsers uit het noorden, die hier alleen in het weekend en de vakanties komen.

Zijdalen

De zijdalen die aan de noordwestkant op het Lago Maggiore uitkomen, zoals het Valle Maggia, Centovalli en Valle Verzasca, zijn zeker een nadere verkenning waard. Je kunt hier in alle rust wandelen door kastanjebossen, bungee jumpen (Verzasca-stuwdam, bekend van James Bond, 220 m vallen voor € 170) en mountainbiken, maar je vindt er ook nog rustieke dorpjes met eenvoudige restaurantjes, grotti geheten, waaar je lekker kunt eten. De wegen in deze zijdalen zijn smal en bochtig en parkeren is overal werkelijk een crime, dus maak zo mogelijk gebruik van het openbaar vervoer.

Isole di Brissago

Vanuit het dorp Ronco, vlak bij de Italiaanse grens, varen tussen maart en oktober veerboten naar het Isola Grande van de eilandengroep Isole di Brissago. Rond een neo-classicistische villa is een grote botanische tuin met zo'n 1500 plantensoorten uit allerlei windstreken ingericht. Voor liefhebbers van palmen, bamboe, bananen en andere exotische gewasssen, die hier in het milde microklimaat op het meer uitstekend gedijen, is de overtocht zeker de moeite waard, maar houd er rekening mee dat je zowel voor de overtocht (retour 9 CHF, kinderen 5 CHF) als voor de toegang tot het eiland moet betalen (8 CHF, kinderen 2,50 CHF).

Villa Taranto

Naar het zuiden toe, op Italiaans grondgebied, worden de oevers van het Lago Maggiore langzaam vlakker en de bergen lager. De grootste toeristische trekpleisters zijn het schilderachtige Cannobio op de westoever en Luino op de oostoever. In beide plaatsen zijn zeer druk bezochte weekmarkten (Cannobio zondag, Luino woensdag), die vaak voor lange files op de smalle toevoerwegen en veel parkeerperikelen zorgen. Vanuit Cannobio loont een fietstochtje naar Verbania om de Giardini di Villa Taranto te bezoeken. Deze Engelse landschapstuin werd in de jaren '30 aangelegd door de excentrieke Schot Neil Boyd McEacharn, die hier de mooiste botanische tuin ter wereld wilde maken. Je vindt hier meer dan 20.000 soorten planten, van uitgestrekte percelen vol enorme dahlia's, vijvers met lotusbloemen en palmenbosjes tot gazons die zo perfect groen zijn dat het niet echt meer lijkt.

Verbania

Verbania is een tamelijk drukke plaats met een aardige oeverpromenade in het stadsdeel Pallanza, waar op zondagmiddag druk met kinderwagens heen en weer wordt geslenterd om het kroost aan vrienden en bekenden te showen, onder het genot van een ambachtelijke bereid ijsje uiteraard. Er staat hier ook nog een interessant fascistisch grafmonument, het Mausoleo Cadorna, in 1932 opgericht ter ere van Generaal Luigi Caderna, die in de Eerste Wereldoorlog hoofd van de Italiaanse generale staf was. Hiervandaan voert een schitterende autovrije oeverweg langs kapitale, deels in verval verkerende villa's uit de eerste helft van de 20e eeuw terug richting Verbania Intra en de Villa Taranto.

Stresa en de Borromeïsche Eilanden

Ten zuiden van Verbania liggen de toeristenplaatsen Baveno en Stresa, het oudste toeristencentrum langs het Lago Maggiore, waar voorname hotels de sfeer bepalen. Vanuit Stresa kun je een boottochtje maken naar de Borromeïsche Eilanden, waarvan Isola Bella het bekendst is. Het dorpje op het eiland is een tourist trap, maar de subtropische tuin met de beroemde witte pauwen is een wonderlijk staaltje van superkitsch en een must voor botanisch geïnteresseerden. Je moet daarvoor wel apart toegang betalen (€ 17, kinderen goedkoper, zie ticketprijzen), en dan mag je ook het paleis van de familie Borromeo zien.

Fietsen rond het Lago Maggiore

Het wegennet rond de Zwitsers-Italiaanse meren wordt zwaar belast en sommige doorgaande wegen langs de oevers zijn door de vele auto's ronduit onaangenaam om te fieten. Fietsvoorzieningen worden weliswaar gestimuleerd, maar er is op de smalle wegen langs de steile oevers vaak te weinig plek om fietsstroken of fietspaden aan te leggen. Langs het Lago Maggiore is tussen Tenero en Ascona op Zwitsers grondgebied een fietspad, daarna moet je de drukke oeverweg volgen, die via Verbania naar Stresa en Arona loopt. Dit is nog redelijk te doen omdat auto's door de vele bochten niet hard kunnen rijden en aan fietsers gewend zijn, maar echt aangenaam is het niet, ondanks de mooie uitzichten op het meer en de villa's langs de weg. Italiaanse racefietsers trekken zich overigens helemaal niks van het autoverkeer aan; vooral op zondag rijden er grote groepen rond. Aan de oostkant van het meer is het verkeer rustiger.

Een mooie fietsroute van 90 km is deze: vanuit Luino (F) over een rustige weg langs de oever met af en toe een klimmetje naar Laveno (B, veerboot vanuit Verbania-Intra) en Arolo fietsen, dan landinwaarts via Besozzo (C) langs de zuidoever van het Lago di Varese (fietspad!) naar Varese (D), dat een fraaie binnenstad heeft, maar verder het nodige doorzettingsvermogen vergt vanwege enkele lange, steile hellingen en de lastige oriëntering. Heb je de goede weg eenmaal gevonden, dan kun je vanuit Varese fraai afdalend naar Ponte Ceresio (E) aan het Meer van Lugano fietsen en dan over rustige wegen via Ponte Tresa naar Luino terugkeren. Zo biedt deze fietsroute een afwisselend beeld van het landschap in deze regio.

Fietsen naar het Lago d'Orta, rondrit 75 km

Vanuit Lesa of Stresa kun je vanaf de oever van het Lago Maggiore over de bergrug heen via Gignese naar het Lago d'Orta rijden, een mooie route over rustige wegen, maar wel met een flinke klim van zo'n 500 m. Orta San Guglio, de hoofdplaats aan het Lago d'Orta, is een gezellig, toeristisch stadje.

Je kunt terugkeren via de westoever van het meer, waar de weg hoog boven de oever richting Omegna loopt. Het laatste deel van de route is tamelijk druk, vooral het traject tussen Omegna en Gravellona.

Mottarone

De Mottarone, een uitzichtsberg van bijna 1500 m, is per kabelbaan bereikbaar vanuit Stresa, maar je kunt natuurlijk ook naar boven fietsen, een pittige klim van zo'n 20 km met ruim 1200 hoogtemeters.Eventueel kun je wat smokkelen door de auto in Gignese te parkeren, halverwege de helling, en dan verder bergopwaarts te fietsen. Boven word je bij mooi weer beloond met een schitterend panorama, van het Monte Rosa-massief tot aan de Povlakte.

Om van het uitzicht te kunnen genieten, zul je de laatste paar honderd meter waarschijnlijk moeten lopen, want het pad naar de top is in zeer slechte staat. De afdaling is een genot, ook al omdat er vrijwel geen autoverkeer is.