Skip to content 
stad
Stedentrip Lissabon met bezoek Sintra

Lissabon: de mooiste bezienswaardigheden en leukste uitstapjes

De mooiste uitzichten, de smalste steegjes, historische trams en een moderne metro, de langste brug, nostalgische cafés en hypermoderne winkelcentra... je vindt het allemaal in Lissabon, een stad vol contrasten waar je met gemak een week kunt doorbrengen zonder je te vervelen. De Portugese hoofdstad is dankzij het milde klimaat ook in de winter een ideale bestemming voor een lang weekend, zeker omdat vliegtickets voor een reis naar Lissabon nu voordelig verkrijgbaar zijn. En als de hitte 's zomers te groot wordt, dan zijn het Atlantische strand van Estoril en Cascais en de heuvels van Sintra vlakbij om verkoeling te bieden.

Stad van uitzichten

Lissabon is een stad om urenlang in rond te dwalen. In de wirwar van steegjes in de historische wijk Alfama ontdek je steeds weer nieuwe doorkijkjes, pittoreske steegjes en barretjes en waan je je af en toe in een dorp; loop je heuvelopwaarts, dan word je beloond met schitterend uitzichten vanaf een van de vele miradouros van de stad. Steeds zie je de Taag in de verte, overspannen door de majestueuze Ponte 25 de Abril, de bijna 2,5 km lange hangbrug die in de jaren '60 gebouwd werd en aanvankelijk Ponte Salazar heette, naar de Portugese dictator. Vanwege de forse hoogteverschillen en de vele stegen met traptreden kan lopen nogal vermoeiend zijn; gelukkig zijn tram, bus of metro zelden ver uit de buurt.

Azulejos

Een ding valt in elk geval op als je door de stad wandelt: overal zijn azulejos te zien, de beschilderde tegels waarom de stad zo bekend is. De tegels bevatten vaak geometrische motieven, een verwijzing naar de Moorse herkomst. In de 14e en 15e eeuw werd deze kunstnijverheid vanuit Spanje naar Portugal gebracht, waar het beschilderen van tegels al snel een hele industrie werd, met prachtige resultaten. Bekijk bijvoorbeeld op de Miradouro Santa Luzia, waar je een fraai uitzicht over de wijk Alfama en de rivier de Taag hebt, de blauwe azulejo-muur met daarop de Praça de Comércio, zoals die er voor de vernietigende aardbeving van 1755 uitzag.

Vele met azulejos versierde muren in het centrum van Lissabon verkeren helaas in slechte staat, vooral op woonhuizen zijn halve tegelwanden soms verdwenen. Gelukkig wordt er hier en daar wel flink gerestaureerd. Nog altijd zijn er in Lissabon werkplaatsen waar met de hand azulejos worden beschilderd, maar meestal worden ze machinaal vervaardigd.

Het oude centrum

De aardbeving een groot deel van Lissabon in 1755 trof, werd gevolgd door een tsunami en verwoestende branden, zodat er weinig overbleef van de stad. De Baixa, het laagst gelegen deel van de stad, moest geheel opnieuw opgebouwd worden, en dat gebeurde onder leiding van de toenmalige premier Marquês de Pombal (een naam die je steeds weer tegenkomt in Lissabon), die een stratenplan volgens een schaakbordpatroon ontwierp. Hier vind je dus geen smalle kronkelstegen zoals  in de Alfama of de Bairro Alto, de twee andere centrale wijken. Wel kun je hier goed winkelen; er zijn talloze juweliers en modezaken gevestigd, maar je vindt er ook nog ouderwetse garen-en-bandwinkeltjes.

's Avonds is de buurt vrijwel uitgestorven, op de restaurants na. Er wonen hier nog maar een paar duizend mensen, nu de meeste panden tot kantoor- of winkelruimte zijn verbouwd. In de Baixa vind je ook het beroemde café A Brasileira, waar een standbeeld van de nationale dichter Fernando Pessoa staat dat door alle toeristen wordt gefotografeerd. Hier is ook het woord bica ontstaan, de in Portugal gebruikelijke term voor een espresso.

Bairro alto

Veel levendiger dan de Baixa is de Bairro Alto, althans 's avonds, want dit is een echte uitgaanswijk. Hier vind je de hipste bars en disco's en tot diep in de nacht kun je hier van kroeg naar kroeg zwerven. Ook zijn in de stegen hier tal van modieuze winkels en galeries gevestigd, vaak naast vervallen panden die nog op restauratie wachten.

Heb je genoeg van de drukte en de smalle stegen, loop dan naar de uitgestrekte Botanische Tuinen achter de Praça do Principe Real, waar je tussen exotische planten uit de hele wereld kunt rondwandelen. De tuin, die tot de universiteit van Lissabon behoort, is een oase van rust waar zelden meer dan een paar bezoekers rondwandelen. De banken langs de paden lenen zich prima voor een picknick.

Castelo de Sào Jorge

Om een goed overzicht van de stad te krijgen, kun je vanaf de Praça de Comercio, het grote plein aan de Taag, rechtsaf naar de kathedraal (Sé) lopen en vandaar verder omhoog naar de Bairro de Castelo, dat bekroond wordt door het Castelo de São Jorge, een van oorsprong Romeinse burcht waar de Portugese koningen tot het eind van de 15e eeuw woonden.

Het is zeker de moeite waard een kaartje te kopen (€ 5) om het kasteel en het omliggende park te bezoeken, want de uitzichten over de stad en de Taag zijn ronduit schitterend. Als je na een bezoek aan de burcht langs de Pátio D. Fradique door de Alfama afdaalt, kom je bij het Museu do Fado, waar je alles te weten komt over deze nationale Portugese muziek.

Museu Calouste Gulbenkian

Als er één museum in Lissabon een bezoek waard is, dan is het wel het Museu Calouste Gulbenkian. De naam mag dan wat obscuur klinken voor velen, de Armeniër Gulbenkian was een van de rijkste mensen van de 20e eeuw en een groot kunstliefhebber. Het fortuin dat hij in de oliehandel had verdiend, besteedde hij deels aan het aankopen van uitsluitend topstukken uit de hele kunstgeschiedenis. Gulbenkian, die zijn levensavond in Lissabon doorbracht, vermaakte zijn bezit aan een stichting, die nu dit museum beheert. Het is verbazingwekkend om te zoen hoe één man zo'n indrukwekkende verzameling kunstschatten bijeen heeft weten te brengen, van porselein uit het Verre Oosten en tapijten uit Perzië tot schilderijen van Rembrandt en Renoir. Wie ook maar een beetje in kunst geïnteresseerd is, mag dit museum niet missen.

Belém

De bekendste attracties van Lissabon zijn niet in het centrum te vinden, maar een paar kilometer stroomafwaarts langs de Taag in de wijk Belém, vanwaar ooit de Portugese ontdekkingsreizigers, onder wie Vasco da Gama. naar onbekende verten vertrokken. De Torre de Belém en het schitterende Mosteiro dos Jerónimos vormen samen bij uitstek het symbool van de macht en de rijkdom van het Portugese wereldrijk.

kerk
Manuelstijl

De toren is een opvallend bouwwerk, dat begin 16e eeuw in de rijkversierde manuelstijl (Portugese laatgotiek) is opgericht, tijdens de invasie van de Napoleontische troepen werd vernietigd en in 1846 is gereconstrueerd. De toren werd ooit als gevangenis gebruikt en is te bezichtigen.
De grootste attractie van Lissabon, het mosteiro dos Jerónimos oftewel Hiëronymietenklooster, is eveneens in de manuelstijl gebouwd. Het is hier vaak razend druk met groepen bustoeristen, maar toch zijn kerk en klooster zeker een bezoek waard. Mis vooral de kruisgang niet , die in zuivere manuelstijl is ontworpen. In de kerk van het klooster, dat op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat, liggen de koningen van de machtige Avis-dynastie begraven, evenals Vasco da Gama, wiens sarcofaag te herkennen is aan de wereldbol, karveel en kruisridderembleem.

Tegenover de kerk, aan de overkant van het park, staat het enorme Padrão dos Descobrimentos, dat eveneens van het illustere Portugese verleden getuigt. Op het monument, dat onder dictator Salazar werd opgericht, zijn de zeevarende helden uit het Portugese verleden levensgroot afgebeeld. Met de Ponte 25 de Abril op de achtergrond vormt het langs de Taagoever een karakteristiek beeld.

kaart
Deel van de wereldkaart in Belem

Let ook op de wereldkaart die in het plaveisel is aangebracht, een geschenk van Zuid-Afrika aan Portugal, waarop de Portugese ontdekkingen overzee met bijbehorende jaartallen in beeld zijn gebracht.

Trams en elevadores

Een bijzondere attractie zijn de trams van Lissabon, een vervoermiddel dat in deze heuvelachtige stad vol smalle straatjes uitstekend blijkt te voldoen. Een ritje met een ouderwetse tram, die zwoegend en rammelend de steile hellingen (tot 13 procent!) bedwingt, is een belevenis op zich. Een van de populairste ritten is met lijn 28, die van de Praça Martim Moniz naar het Cemitério dos Prazeres rijdt, dwars door de centrale wijken Alfama, Chiado en Bairro Alto.

Al even interessant zijn de Elevadores, kabeltrams die extreem steile hellingen tussen twee wijken bedwingen, zoals de Elevador da Glória tussen de Praça dos Restauradores en de Rua São Pedro de Alcãntara, waar de Miradouro een prachtig uitzicht op het Sào Jorgekasteel biedt. Helaas zijn de meeste wagons aan de buitenkant besmeurd met graffiti van de ergste soort. De Elevador Santa Justa, die de wijken Baixa en Chiado verbindt, is geen spoor maar een lift die loodrecht naar boven gaat.

De veerponten over de Taag bieden een mooie kans de stad Lissabon vanaf het water te bekijken. Als je de pont naar Almada aan de zuidoever van de Taag neemt, kun je bij de aanlegsteiger de bus nemen naar het reusachtige Christus-standbeeld Cristo-Rei, dat in 1959 naar het voorbeeld in Rio de Janeiro gemodelleerd is en over Lissabon en de Ponte 25 de Abril uitkijkt. Je kunt ook in een half uur naar het beeld wandelen, maar blijf dan wel zo dicht mogelijk langs de Taag, want de route door het centrum van Almada is niet bepaald aantrekkelijk en duurt langer. Het 110 meter hoge monument is te beklimmen, maar vanaf de kaap heb je ook al een fantastisch uitzicht over Lissabon. Het kan hier stevig waaien, en dan hoor je de wind tussen de spijlen van de enorme hangbrug in de verte door gieren.

Sintra

Een niet te missen excursie voor iedereen die Lissabon bezoekt, is het dorp Sintra met het vlak daarbij gelegen koningspaleis, het Palacio Nacional da Pena. Hoewel zowel dorp als paleis geheel is vertoeristiseerd en de toegangsprijs vrij hoog is (Paleis Pena + park €14) , is dit uitstapje toch zeer de moeite waard, al was het maar vanwege het schitterende park onder het hooggelegen kasteel met zijn exotische vegetatie van reuzenvarens en magnolia's. Het overdadig ingerichte kasteel, waarin je vrij kunt rondlopen, is als toppunt van kitsch eveneens zeer de moeite waard.

Het kasteel is in de 19e eeuw gebouwd door koning Fernando II, die het voor zijn echtgenote Dona Maria II liet oprichten. De koninklijke familie was hier overigens maar weinig, omdat het vanwege de wind en de mist vaak te onaangenaam was.
En het weer hier is inderdaad een factor om rekening mee te houden. Terwijl het in Lissabon schitterend weer is, kunnen er rond het slot regenwolken of kille mistsluiers hangen, die ontstaan doordat vochtige lucht van de Atlantische Oceaan hier vlak achter het strand tegen de hoge heuvels opbotst. Neem dus zeker in de winter en het voorjaar warmere en waterdichte kleding mee als je Sintra bezoekt. Sintra is elk half uur per trein te bereiken vanaf het Rossio-station in Lissabon. Een retourtje kost €4,30.

Tip!

Bezoek je diverse plaatsen in Portugal, bestel dan de uitgebreide digitale reisgids Portugal van bijna 80 pagina's met standswandelingen in Lissabon, Porto Guimaraes en Evora en circa 90 bezienswaardigheden voor € 10. Direct downloaden na aankoop!